Vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw verschijnt in de
bronnen het onderscheid tussen de Hoge en Lage Heide. Welk deel
van het huidige Mariaheide hoorde bij de Hoge Heide en welk
deel bij de lage Heide? De kadasterkaart van 1832 plaatst de
namen als volgt op de kaart.

Namen op de kadasterkaart van 1832
zijn weinig betrouwbaar. Vaak werd een al bestaande naam gbruikt
die eerder aan een ander, kleiner of
juist een groter gebied
verbonden was. In zijn boek Toponiemen Veghel
(1998) geeft Cornelissen de volgende ligging:
Lage Heide: gebied onder Mariaheide aan de noordzijde van de weg
naar Uden, ongeveer vanaf de kerk oostwaarts tot aan de
Beekgraaf vlakbij het gedenkteken. en oosten van dit gebied
begint het niveau van de bodem te stijgen. (Uden ligt
aanmerkelijk hoger dan Veghel)
Hoge Heide:
ligging onder
Mariaheide aan de oostzijde van de Lage Heide. Benoeming naar de
ligging te opzichte van de Lage Heide.
We hebben de
orientatiepunten die Cornelissen noemt: "Gedenkteken" en "Kerk" op de volgende
topografische kaart van 2009 aangegeven.

De aanduiding van Cornelissen voor de
ligging van de Lage Heide: "aan
de noordzijde van de weg naar Uden, ongeveer vanaf de kerk
oostwaarts tot aan de Beekgraaf vlakbij het gedenkteken."
is onlogisch. Bedoeld
zal zijn "aan de oostzijde van de weg naar Uden, vanaf de
kerk oostwaarts". De Hoge Heide plaatst Cornelissen nog wat
verder naar het oosten, bij de Krekelshof, omdat daar de bodem hoger is.
Volgens de hoogekaart van 1965 lag het door Cornelissen als Hoge Heide
aangegeven gebied inderdaad hoog. Een ander hoog terrein was het gebied de Hoge Akker en Driehuizen verder
naar het noordwesten.
Om de ligging van de Hoge
Heide en lage Heide meer overtuigend vast te stellen, hebben we
alle vermeldingen in de schepenprotocollen van percelen aangeduid
als gelegen aan de Hoge Heide dan wel
Lage Heide op de kadasterkaart van 1832 aangegeven met rode
(Hoge Heide) en blauwe (Lage Heide) stippen. Het gebied dat rond
1750 nog gemeentegrond was, is paars gearceerd.

Dit geeft een heel ander beeld dan de
klampnamen op de kadasterkaart van 1832 en de plaatsbepaling van
Cornelissen. De naam Hoge Heide heeft betrekking op het gebied
Wuitenveld en Driehuizen, en niet op het hooggelegen oostelijk
terrein bij de Krekelshof. Aan een deel van de
grens met Uden lopen de blauwe en rode stippen een beetje door
elkaar heen.
We hebben ook gekeken naar welke
huizen in 1709 bij het rot de Hoge Heide en het rot de Lage
Heide hoorden. De lijst werd toen opgemaakt vanwege het toedelen
van vakken voor het vegen van de Aa aan verschillende rotten.
Rotten hadden ook een taak bij de bewaking en bij het repareren
van wegen. De indeling in rotten was op de Heij als volgt:

Bij de indeling in rotten heeft men
geprobeerd eenheden van vergelijkbare grootte te creeren, De
indeling van Veghel in rotten hoeft daarom niet overeen te komen
met de indeling in Buurtschappen, zoals die beleefd werd door de
toenmalige inwoners van Veghel. Enkele belastinglijsten van rond
1700 groeperen de belastinplichtigen per buurtschap. Dat geeft
het volgende plaatje.

Hieruit blijkt dat men rond 1700-1709
de buurtschappen Ven en Hoge Heide samengevoegd heeft in een
rot. Dat rot werd Hoge Heide genoemd. De ligging van de
buurtschappen Hoge Heide en Lage Heide komt goed overeen met de aanduiding van
de percelen in de Veghelse schepenprotocollen.
Martien van Asseldonk
|