Het gebied van
Lage Biezen, Biezense Akker, Hoog, Hoge Biezen en Krijtenburg is
46 1/2 bunder groot. In dit gebied vinden we de volgende cijnzen:
- Een cijns van 36 schellingen en 1
Vlaanderense penning voor een groot gebied van ruim 36 bunder
uitgegeven in de periode 1314-1340
- Zes cijnzen aan de heer van Helmond
voor percelen uitgegeven in de periode 1190-1314. Omgerekend
volgens de gebruikelijke norm betreft het 12 1/2 bunder grond.
Het totale cijnsoppervlak is 2 bunder
(4 %) groter dan het oppervlak van het hele gebied volgens het
maatboek van 1792. Dit verschil kan veroorzaakt zijn door
onnauwkeurigheden in de maten. Ook is het mogelijk dat een van
de cijnzen aan Helmond oorspronkelijk op een ander gebied rustte,
bijvoorbeeld de Steenkampen (later Corsica).
De conclusie is dat het hele gebied
pas na 1190 uitgegeven is. De uitdaging is nu om te
reconstrueren wel gebied in 1190-1314 uitgegevn is en welk gebied in
1314-1340.
De tiendkaart
Uit een oude tiendkaart van Veghel blijkt dat uit een deel van het gebied de tienden in
Sint-Oedenrode betaald werden, en uit een ander deel te Veghel.
Nu is de tiendkaart niet heel nauwkeurig getekend. Gelukkig is
er ook een lijst uit 1796 bewaard gebleven van de percelen
akkerland waaruit in Sint-Oedenrode de tienden betaald werden.
De percelen zijn aangeduid met de numemrs van het maatboek van
1792, die we al eerder op de kaart gezet hadden. Wei- en
hooiland ontbreekt in deze lijst, maar met behulp van de
tiendkaart plus de lijst met percelen is een goede reconstructie
te maken van het Rooise tiendgebied. Op het linkse kaartje is de
tiendkaart geprojecteerd op de kadasterkaart van 1832, en op het
rechtse kaartje is de reconstructie getekend ook op de
kadasterkaart van 1832.
Nu is het interessant dat de cijns voor de uitgifte van 1314-1340 in
Sint-Oedenrode betaald werd en niet in Veghel, waarschijnlijk omdat
de eerste cijnsbetaler in Sint-Oedenrode woonde. Mijn eerste
gedachte was dan ook dat dit gebied tiendplichtig aan de kerk
van Sint-Oedenrode is geworden omdat de eerste eigenaar of
eigenaars parochianen van Sint-Oedenrode waren.
Na verder onderzoek bleek deze
veronderstelling geen stand te houden. In de eerste plaats is
het Rooise tiendgebied (het blauwe gebied op bovenstaande
kaartjes) maar 28 1/2 bunder groot, terwijl in 1314-1340 ruim 36
bunder uitgegeven werd. In de tweede plaats werden van de zes
cijnzen aan de heer van Helmond die in dit gebied aantroffen er 5 ook in Sint-Oedenrode
betaald en 1 in Veghel. Als er een eenduidige dwingende relatie
zou zijn tussen de plaats waar men tienden en cijnzen betaalde, dan
zou nagenoeg het hele gebied Roois tiendgebied moeten zijn en
dat is niet het geval. Voor een reflectie over hoe de verdeling
van de tiendklampen tot stand gekomen kan zijn, zie:
Hoe
Krijtenburg Veghels werd.
De lokalisering van de cijnzen
Helaas bleven de cijnzen niet eeuwig
aan dezelfde percelen verbonden. Bij verdelingen werden ook de
lasten soms opnieuw verdeeld en dan kon het wel eens voorkomen
dat een cijns aan een ander perceel verbonden raakte. Deze
verstoring lag in de orde van grootte van zo'n 10 tot 15 % van
de cijnzen per eeuw dat we terug gaan in de tijd. De
Helmondcijnzen ontstonden veelal in de dertiende eeuw, en we
kunnen ze meestal pas in de achttiende eeuw met zekerheid op de
kaart zetten. Dat betekent dat meer dan de helft van deze
cijnzen inmiddels verhuisd is. Door de geschiedenis van percelen
verder terug in de tijd te reconstrueren kunnen we een deel van
deze verhuizingen ophelderen. Verder hadden de boeren hun grond
meestal kort bij huis liggen, dus de meeste cijnzen verhuisden
niet ver.
De cijns betaald voor uitgifte
van 1314-1340 was in de zeventiende eeuw in elf delen gesplitst.
Omdat de meeste van die cijnzen al in de tweede helft van de
zeventiende eeuw afgelost zijn, konden we maar een deel van die
elf cijnzen op de kaart zetten. Dat is voldoende om nagenoeg
zeker te weten dat de 36 uitgegeven bunders in het hier
besproken gebied gezocht moeten worden, maar niet voldoende om
er veel meer over te kunnen zeggen.
Op onderstaande kaart zijn deze
cijnzen en de Helmondcijnzen gelokaliseerd. De rode punten zijn
de cijnzen voor de uitgifte in 1314-1340. Blauw zijn de
Helmondcijnzen op de plaatsen waar we ze in de achttiende eeuw
aantreffen. Groen zijn enkele vermeldingen van die
Helmondcijnzen in de zestiende eeuw, later waren ze daar
verdwenen.
Volgens het kaartje moeten de uitgiften uit 1190-1314 belast met
een cijns aan Helmond vooral in het noordelijke gebied gezocht
worden. De 36 bunder die in 1314-1340 uitgegeven werd zal
dan in het zuiden van het gebied gelegen hebben. De kaart laat
niet toe om de grens tussen het in 1190-1314 en 1314-1340
uitgegeven gebieden te bepalen. Het blijft bij een globale
indicatie van de ligging van die twee gebieden.
De
balkcijnzen
Balkcijnzen ontstonden in de dertiende eeuw en in 1310
uit de omslag van twee cijnzen die de geburen van Veghel
betaalden aan de landsheer voor het gewaarborgde gebruik van hun
gemeint. Dat was een vast bedrag, dus het was een versteende
omslag, die tot in de negentiende eeuw nagenoeg onveranderd
bleef. De armen waren ontzien bij de omslag. Met nieuwkomers die
gebruik wilde maken van de gemeint werd een andersoortige
regeling getroffen, die per geval kon verschillen.
De balkcijnzen waren erg stabiel. Het
was zelfs zo dat als er een huis afgebroken of verbrand was, dat
de rechten op het gebruik van de gemeint (de weerschap) aan het
perceel verbonden bleven. Het kwam wel eens voor dat een huis
gesplitst werd en dat toen ook de balkcijns verdeeld werd.
Verhuizingen van een balkcijns naar een nabijgelegen huis kwam
wel eens voor, maar waren erg zeldzaam.
De balkcijnzen geven dus een redelijk
goed beeld van de plaats van de boerderijen in 1310 (afgezien
van de arme keuterboertjes). Op onderstaand kaartje zijn de
balkcijnzen in dit gebied getekend.
De balkcijnzen treffen we aan in
hetzelfde gebied als waar we de Helmondcijnzen vonden.
Helmondcijnzen werden betaald voor in 1190-1314 uitgegeven
percelen grond en daar kunnen dus in 1310 al huizen gestaan
hebben, die betrokken werden bij de omslag van de balkcijns.
In het zuidelijke deel van het hier
besproken gebied vinden we geen balkcijnzen. Dat bevestigt het
idee dat de 36 bunder die in 1314-1340 uitgegeven werden in het
zuidelijke deel van het hier besproken gebied gezocht moet
worden.
De veldnaam Krijtenburg
"Krijte-" betekent onmsloten gebied,
en "-burg" wijst op een aanzienlijke hoeve. De naam is
vergelijkbaar met Logtenburg, die we niet ver van Krijtenburg
aantreffen. "Logte-" komt voort uit "Lookt-" en betekent
eveneens afgesloten gebied. Het element "lookt" wordt ook
aangetroffen in "Hey-lookt" een oude vorm van het Heiligt,
gelegen nabij Logtenburg.
Mijns inziens was Krijtenburg de
naam voor het grote in 1314-1340 gestichtte landgoed. Wellicht
dat de veldnaam ons verder kan helpen met het bepalen van de
omvang van het in 1314-1340 uitgegeven gebied. De belangrijkste
bevindingen zijn op onderstaand kaartje samengevat.
De oostelijke grens wordt gevornd door een tak van de Biezenloop.
Aan de overkant van de loop lag een gebied genaamd
de Kolk, dat pas
in 1380-1392, 1484 en nog later uitgegeven werd. Voor de
noordgrens kunnen we on laten leiden door de grens tussen de
Creijtenborgse Acker en Biesense Acker. Van het gebied van de
Biezense Acker vonden we inderdaad geen enkele vermelding dat
deze percelen in Krijtenburg gelegen zouden zijn.
De oostgrans (langs de huidige
Biezendijk) is niet helemaal getekend. Hier volgt de grens die
van de latere uitgiften langs de weg. Interessant is het gebied
dat Neder Creijtenborg genoemd werd. Van percelen in dit gebied
wordt geschreven dat ze in Neder Creijtenborch, of Creijtenborch
gelegen waren. We vinden hier wel enkele cijnzen aan Helmond,
maar die kunnen hier heel goed naar toe verhuisd zijn,
bijvoorbeeld vanaf de Lage Biezen, waar we in de zestiende eeuw
enkele Helmondcijnzen vinden die in de achttiende eeuw daar
verdwenen zijn.
In de meest noordwestelijke punt van
dit gebied vinden we twee naburige huizen belast met een
balkcijns. Het kan eventueel om een huis gaan dat later
gesplitst werd. De balkcijns betekent dat dit huis, of deze
huizen er in 1310 al stond(en). Het is niet helemaal uit te
sluiten dat de balkcijns hier pas later naar toe verhuisd is.
maar verhuizingen van balkcijnzen zijn erg zeldzaam. De
verklaring dat de meest noordwestelijke punt al in 1190-1314
uitgegeven is, verdient daarom de voorkeur. Bovendien vonden we
hier ook een Helmondcijns.
Conclusie
Het
oppervlakte dat we met zo behulp van de veldnaam en andere
gegevens reconstrueerden is 36 1/2 bunder groot. Het in 1314-1340
uitgegeven perceel was ruim 36 bunder groot (36 bunder plus nog
ongeveer een lopens voor de Vlaanderense penning). De conclusie is dat we het
in 1314-1340 uitgegeven perceel redelijk betrouwbaar hebben
kunnen reconstrueren.
De gegevens
Hier onder volgen de bekende gegevens
uit de cijnsboekeb van Sint-Oedenrode betreffende deze cijns:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
1340: 36
schellingen + 1 Vlaanderse penning van het erfgoed van
Egidius van Antwerpen
Uitgifte 1314-1340
|
Egidius van
Antwerpen
|
Vermeld vóór 1340 |
Andreas Valant
|
Vermeld in 1340 |
De
cijns wordt tussen 1353 en 1380 in 6 delen verdeeld
|
|
Deel
a (1/4):
9
nieuwe schellingen en ¼ Vlaanderse penning
|
Arnoldus, genaamd Bosch
|
Vermeld in 1380 |
Mechteldis, weduwe van Arnoldus, genaamd Bosch, met haar
7 kinderen
|
Vererving in 1380-1392 |
Deel
b (1/4):
9
nieuwe schellingen en ¼ Vlaanderse penning
|
Joannes, zoon van heer Arnoldus van Wautgerus van der
Hagen
|
Vermeld in 1380 |
Deel
c (1/8):
4 ½
nieuwe schellingen en 1/8 Vlaanderse penning
|
Johannes van der Heze
|
Vermeld in 1380 |
Deel
d (1/8):
4 ½
nieuwe schellingen en 1/8 Vlaanderse penning
|
Wilhelmus, zoon van Petrus van Baerdwyc
|
Vermeld in 1380 |
Deel
de wordt in 1392 gesplitst in een cijns van 28 nieuwe
penningen + 1/8 vlaanderse penning en een cijns van 16
nieuwe penningen
|
|
Deel
d1:
16
nieuwe penningen
|
Hilla, dochter van Willem van Baerdwyck
|
Verwerving in 1380-1452
|
Lambertus, zoon van Petrus van Ryckertsfoirt
|
Verwerving in 1380-1452
|
Petrus, zoon van Petrus Aelbertus
|
Verwerving in 1380-1452
|
Johannes, zoon van Willem Platynhoders
|
Verwerving in 1380-1452
|
Aleydis, weduwe van Johannes, zoon van Willem
Platynhoders
|
Verwerving in 1380-1452, vermeld in 1452 |
Jan
Jan Willems
|
Verwerving in 1452-1499
|
Deel
e (1/8):
4 ½
nieuwe schellingen en 1/8 Vlaanderse penning
|
Albertus, zoon van Willem van Hamfelt
|
Vermeld in 1380 |
Deel
f (1/8):
4 ½
nieuwe schellingen en 1/8 Vlaanderse penning
|
Gerardus, zoon van Zegewicen van Eykenhovel
|
Vermeld in 1380 |
Margareta, weduwe van Gerardus, zoon van Zegewicen van
Eykenhovel, met haar kinderen
|
Vererving in 1380-1392 |
Deze cijns vinden we weer in delen terug in het cijnsboek van
1646-1697, zonder dat we de alle delen aan de hier voor vermelde
oudere delen kunnen koppelen.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Deel 1:
4
nieuwe penningen en 8 nieuwe penningen, samen omgerekend:
0-1-14
Vuyt de hellicht onbedeylt van een stuck ackerlants,
gelegen op Creytenborch, groot ontrent int geheel 6
lopens
-
e.z.:
Henrick Jans
-
a.z.:
Lonis, zoon van Peter Ariens
-
e.e.:
de gemeynte
-
a.e.:
Jan Symons aent Eerde
|
Catharina, natuurlijke dochter van Lambert, zoon van Jan
Rutten, vrouw van Symon Diercxse in Den Bossche
|
Vermeld in 1646
|
Maria en Dirck, kinderen van Symon Diercxse
|
Vererving in 1646-1697
|
Dirck, zoon van Symon Diercxse
|
Verwerving in 1646-1697
|
Deel
2:
12
nieuwe penningen, omgerekend: 0-1-14
Vyt
d’ ander hellicht onbedeylt van de voors(creven) stuck
ackerlants, geleghen op Creytenborch, int geheel groot
ontrent 6 lopens
-
e.z.:
Henrick Jans
-
a.z.:
Lonis, zoon van Peter Ariens
-
e.e.:
de gemeynte
-
a.e.:
Jan Symons aent Eerde
|
Jan,
zoon van Jan Jan Rutger in Den Bosch
|
Vermeld in 1646
|
Jenneke, weduwe van Jan, zoon van Jan Jan Rutger, met
haar kinderen Rutger, Jan, Arien, Catharina en Maria
|
Vererving in 1646-1697
|
Elizabeth, dochter, door deling (1/2) en Peter Janssen
van de Loo door koop (1/2)
|
Verwerving in 1646-1697
|
Jan
Rutten
|
Verwerving in 1646-1697
|
Catalijn en Engel Leenders
|
Koop
in 1646-1697
|
Deel
3:
4 ½
nieuwe schellingen en 1/8 Vlaanderse penning, omgerekend:
0-8-4
Vyt
een stuck erffenis, wesende ackerlant ende weylant,
groot omtrent sesse loopensaets, gelegen onder Roy, ter
plaetsen genoempt opt Creytenborch
-
e.z.:
de minderjarige kinderen van Willem Martens
-
a.z.:
Jan, zoon van Jacob Roelens
-
e.e.:
Henrick, zoon van Martten Symons
-
a.e.:
Anthonis Deenen
|
Goyaert, zoon van Jan Claessen tot Vechel aen de
Kempkens
|
Vermeld in 1646
|
Dieliske, weduwe van Goyaert, zoon van Jan Claessen met
5 kinderen
|
Vererving in 1646-1697
|
Dieliske, weduwe van Goyaert, zoon van Jan Claessen met
4 kinderen
|
Vererving in 1646-1697
|
Jan,
Antonis en Anneken, kinderen van Goyaert, zoon van Jan
Claessen
|
Vererving in 1646-1697
|
Deel
4:
2
nieuwe schellingen en 3 nieuwe penningen en 1/8
Vlaanderse penning
Vuyt
huys, schuer, hoff en aangelegen erffenis, groot omtrent
1 mudsaet, gelegen onder Roy, ter plaetsen genoempt op
Creytenborch aen de Biesen
-
e.z.:
de kinderen van Jacob Roeloffs
-
a.z.:
de kinderen van Martten Willemss
-
e.e.:
“aen syn selffs erve”
-
a.e.: Elisabeth Hanssen
6
nieuwe penningen en 1/8 Vlaanderse penning
Vuyt
een stuck ackerlant, genoempt Roeffen Streep, groot
ontrent 2 lopens, gelegen aldaar
-
e.z.: Michiel Jochims
-
a.z.: “aen syn selffs erve”
-
e.e.: Michiel Jochims
-
a.e.: “aen syn selffs erve”
Samen omgerekend: 0-5-4
|
Henrick, zoon van Martten Symons Vervest tot Vechel
|
Vermeld in 1646
|
Maria, Anna, Heijlken en Lysken, kinderen van Margriet
Henrix
|
Deling in 1646-1697
|
Elisabeth, dochter van Henrick Martens, vrouw van Jan
Diercx Cruysbrure
|
Verwerving in 1646-1697
|
Jan
Dirckx Cruysbrure, weduwe van Lijsbet, dochter van
Henrick Martens
|
Vererving in 1646-1697
|
De 7
kinderen en 3 kleinkinderen van Jan Dirckx Cruysbrure
|
Vererving in 1646-1697
|
Symon Jan Sijmonts, in naam van zijn vrouw (0-4-12)
|
Deling in 1646-1697
|
De 6
kinderen van Symon Jan Sijmonts
|
Vererving in 1646-1697
|
De 2
kinderen van Symon Jan Sijmonts
|
Vererving in 1646-1697
|
Deel
5:
3
nieuwe penningen en 1 ½ oort, omgerekend: 0-0-8
Vuyt
een vierdegedeelte onbedeylt van een stuck ackerlants,
genoempt Creytenborch, in het geheel groot omtrent 6
lopens, gelegen onder Roy aen de Biesen
-
e.z.: Henrick, zoon van Martten Symons Vervest
-
a.z.: Lysbet Hanssen
-
e.e.: aen de gemeyn straete
-
a.e.: Antonis Deenen
|
Symon, zoon van Willem Ghyben opt Hezelair in den
Hoolart
|
Vermeld in 1646
|
De
heer secretaris Kessel |
Evictie voor de Clarissen van Boxtel in 1646-1697 |
Gerardt Heijmans tot Roij
|
Koop
in 1646-1697
|
De 5
kinderen van Gerardt Heijmans |
Vererving in 1646-1697
|
Baltus Lauvreijnssen van de Rijth
|
Koop
in 1646-1697
|
Deel
6:
3
nieuwe penningen en 1 ½ oort, omgerekend: 0-0-8
Vuyt
een vierdegedeelte onbedeylt van een stuck ackerlants,
genoempt Creytenborch, in het geheel groot omtrent 6
lopens, gelegen onder Roy aen de Biesen
-
e.z.:
Henrick, zoon van Martten Symons Vervest
-
a.z.:
Lysbet Hanssen
-
e.e.:
aen de gemeyn straete
-
a.e.:
Antonis Deenen
|
Aert,
zoon van Jan Peeters
|
Vermeld in 1646
|
Aert,
zoon van Marten, verwekt bij Ermgart, dochter van Aert,
zoon van Jan Peeters
|
Verwerving in 1646-1697
|
Sijmon Willem Gijben Willemss
|
Verwerving in 1646-1697
|
De
heer secretaris Kessel |
Evictie voor de Clarissen van Boxtel in 1646-1697 |
Gerardt Heijmans tot Roij
|
Koop
in 1646-1697
|
De 5
kinderen van Gerardt Heijmans |
Vererving in 1646-1697
|
Baltus Lauvreijnssen van de Rijth
|
Koop
in 1646-1697
|
Deel
7:
6
nieuwe penningen en 3 oort, omgerekend: 0-1-1
Vuyt
de hellichte onbedeylt van voors(creven) stuck
ackerlants, genoempt Creytenborch, in het geheel groot
omtrent 6 lopens, gelegen onder Roy aen de Biesen
-
e.z.: Henrick, zoon van Martten Symons Vervest
-
a.z.: Lysbet Hanssen
-
e.e.: “aen de gemeyn straete”
-
a.e.:
Antonis Deenen
|
Anneken, dochter van Martten Willems, verwekt bij
Ermgart, dochter van Aert, zoon van Jan Peters, vrouw
van Jan Janssen tot Vechel aen de Haevelt
|
Vermeld in 1646
|
Sijmon Willem Gijben
|
Verwerving in 1646-1697
|
De
heer secretaris Kessel |
Evictie voor de Clarissen van Boxtel in 1646-1697 |
Gerardt Heijmans tot Roij
|
Koop
in 1646-1697
|
De 5
kinderen van Gerardt Heijmans |
Vererving in 1646-1697
|
Baltus Lauvreijnssen van de Rijth
|
Koop
in 1646-1697
|
Deel
8:
12 ½
nieuwe penningen, omgerekend: 0-2-2
Vuyt
huys, hoff ende aengelegen erffenis, groot ontrent 4
lopens, gelegen onder Roy op Creytenborch aen de Biesen
-
e.z.:
Henrick, zoon van Martten Symons
-
a.z.:
Aert Janssen
-
e.e.:
Henrick, zoon van Jan Diercks
-
a.e.:
Henrick Jacobs
|
Jan,
zoon van Jacob Roeloffs tot Vechel
|
Vermeld in 1646
|
Lysken, weduwe van Jan, zoon van Jacob Roeloffs, met
haar kinderen peter en Henrick en drie kleinkinderen
|
Vererving in 1646-1697
|
Teunisken, weduwe, met 4 kinderen
|
Vererving in 1646-1697
|
Anna
Maria en Jan, kinderen van Jan, zoon van Jan Jacobs
|
Vererving in 1646-1697
|
Meriken Aert Reijnders en 4 kinderen van Anna Jan Jacobs
|
Verwerving in 1646-1697
|
De 6
kinderen van Meriken Aert Reijnders en Henrick Peters
|
Koop
in 1646-1697 van de 4 kinderen van Anna Jan Jacobs |
De 5
kinderen van Meriken Aert Reijnders en Henrick Peters
|
Vererving in 1646-1697
|
Deel
9:
-
1 ½
nieuwe schellingen en 1/8 Vlaanderse penning
- 3
nieuwe schellingen
Samen omgerekend: 0-8-6, deze zijn is op 25-3-1660
afgelost
Vuyt
huys, hoff ende aengelegen erffenis, groot ontrent 10
lopens, gelegen onder Roy op Creytenborch
-
e.z.:
Lysken, weduwe van Jan, zoon van Aert Peeters
-
a.z.:
Lysken, weduwe van Balthus Diercx
-
e.e.:
Michiel Jochims
-
a.e.:
“aen de gemeyne straete van Vechel”
|
Maryken, weduwe van Thomas Aelberts, met haar kinderen
Aelbert, Jan, Maryken en Lysken
|
Vermeld in 1646
|
Rutger, zoon van Willem Ariaens in den Hulst
|
Koop
in 1646-1697
|
Heijlken, Willem en Lambert (waarschijnlijk kinderen van
Rutger, zoon van Willem Ariaens in den Hulst)
|
Vererving in 1646-1697
|
Heijlken, (waarschijnlijk dochter van Rutger, zoon van
Willem Ariaens in den Hulst)
|
Verwerving in 1646-1697
|
Deel
10:
- 1
½ nieuwe schellingen en 1/8 Vlaanderse penning
- 3
nieuwe schellingen
- 4
schellingen en 6 penningen en 1/8 Vlaanderse penning
- 4
schellingen en 6 penningen en 1/8 Vlaanderse penning
Samen omgerekend: 1-4-12
Vuyt
een stuck erffenis wesende ackerlant, weylant ende
heylant, genoempt by Creytenborch, groot ontrent 3
bunders, gelegen onder Roy
-
e.z.: Adriaen Aelberts
-
a.z.:
Maryken, weduwe van wijlen Thomas Aelbertss
-
e.e.:
opt Neerlant toecomende Lysken, weduwe van Jan, zoon van
Aert Peeters
-
a.e.:
Henrick Peeters en Jan Aertssen Vervoert
|
Michiel Joachims tot Roy
|
Vermeld in 1646
|
Marie, weduwe van Michiel Joachims, met haar kinderen
Aert, Henrick, Heylken en Margriet
|
Vererving in 1646-1697
|
Aert
Aerts Aerts
|
Koop
in 1646-1697
|
De 3
kinderen van Aert Everts Aerts
|
Vererving in 1646-1697
|
Henrick Aert Everts tot Vechel, een van de 3 kinderen
|
Verwerving in 1646-1697
|
Deel
11:
- 13
½ nieuwe penningen
- 13
½ nieuwe penningen en 1/8 Vlaanderse penning
- 13
½ nieuwe penningen
- 16
nieuwe penningen
Samen omgerekend: (0-8-6)
Vuyt
huys, schuer, hoff ende aengelegen erffenis, groot
ontrent 15 lopens gelegen onder Roy ter plaetsen
genoempt Creytenborch
-
e.z.: Jan Meeeussen
-
a.z.: Henrick Janssen
-
e.e.: “aen die gemeyn straete”
-
a.e.: “aen die gemeynte”
|
Jan,
zoon van Adriaen Peters tot Vechel op Creytenborch
|
Vermeld in 1646
|
Peeter Henrick Peeters van Brecht |
Koop
in 1646-1697
|
Lysken, weduwe van Pee
ter Henrick Peeters van Brecht,
met haar 6 kinderen
|
Vererving in 1646-1697
|
De 5
kinderen van Peeter Henrick Peeters van Brecht
|
Vererving in 1646-1697
|
De 4
kinderen van Peeter Henrick Peeters van Brecht en de
weduwe van Hendrick Peters met haar 2 kinderen en Daniel
Janssen met zijn 2 kinderen
|
Vererving in 1646-1697
|
De 3
kinderen van Peeter Henrick Peeters van Brecht en de
weduwe van Hendrick Peters met haar 1 kind en Daniel
Janssen met zijn 1 kind
|
Vererving in 1646-1697
|
|
|
|
|