1. Tijdens de Tachtigjarige oorlog werd de Veghelse bevolking om de
haverklap geplaagd door rondtrekkende troepen soldaten en
ruiters. Als men geluk had kon men hen afkopen en zo voorkomen
dat zo'n leger voor een of meerdere in het dorp neersteek. Dat
laatste kostte de bevolking meer geld. Het dorp stuurde boden op
pad om de troepenbewgingen te volgen en als het er niet zo goed
uitzag de legerleiding met geschenken en giften te bewegen
Veghel te ontzien.
Het kan nog slechter. Men kon ook te
maken krijgen met plunderende legers. In 1629 bij de belegering
van Den Bosch werd in Veghel besloten een aantal schansen te
bouwen. Dat waren door aarden wallen omgeven versterkingen
waarin de bevolking een goed heenkomen kon zoeken tegen
plunderende soldaten.
Er zijn in Veghel in mei 1629
tijdens het beleg van Den Bosch de
volgende schansen opgericht: op de Doornhoek bij Zijtaart, bij
de kapel op het Havelt, bij de kapel in Mariaheide, op het
kerkhof en de Hermeij in het centrum. Ook werd de kapel in Eerde
als vluchtplaats gebruikt. We laten de bekende gegevens hierna
volgen. De romeinse cijfers hebben we omgezet in hedendaagse
cijfers.
2. Sauvegardes
In de
dorpsrekeningen komt het woord 'sauvegarde' voor. De betekenis
is vrijbrief, een brief die bescherming biedt. Als men een
sauvegarde kon laten zien diende men met rust gelaten te worden.
Sauvegardes werden voor een bepaalde periode tegen betaling afgegeven door de leiding van
bepaalde legers en moesten geregeld vernieuwd worden. Uiteraard respecteerden die
legers alleen de
sauvegardes die door hen zelf afgegeven waren. Het was dus zaak
voor het dorpsbestuur om sauvegardes te proberen te kopen van
alle legers die een bedreiging voor het dorp vormden.
Enkele voorbeelden:
1629-1630: Item op datum als voor tot Huesden betaelt voor een
halff jaer sauvegarde 13 gulden
1629-1630: Item heeft Aert Gerits in presentie van Rut
Cluijtmans aen Gerit Roeffen de Schutter gegeven doen hij nae
Breda worden gesonden om de vrijheijt van de sauvegarde te
vercrijgen 1 gulden en 19 stuyvers
1629-1630: Noch ten selven
dage eenen haese gecocht ende die geschoncken aen Staeckenbroeck
doen wij met Rut Cluijtmans om die sauvegarde waren gegaen om te
haelen 1 gulden en 15 stuyvers
1635-1636: Item opten 30en september doen betaelt
voor de savegaerde van het Kijssers volck van Picalominij die
somme van 17 gulden 10 stuyvers
1645-1646: Optten 2den
october aenden tamboer van Standartt van wegen de gouverneur van
Stevenswerdt van een sauvegarde ter somme van 25 gulden 10 stuyvers
Het woord sauvegarde werd ook gebruikt om de personen aan te
duiden die bescherming brachten. Bijvoorbeeld:
1636-16437: Ende oock volcht hier tgelt dat gegeven is aen de
sauvegarde die geweest waren opte schanschen, kerckhoff ende het
kasteel
1651-1652: Item op den tweentwentisten april anno
1651 soo is Jan Lamberts met Matthys Peteres naer Den Booss
gevaceert omme daer de Lorijnen die innen tlant van Ravenstijn
lagen eenne salvegarde te crygen vanden gouverneur van Den
Booss, ende hebben doen aenden secretaris gegeven vant schryven
vande salvegarde 3 gulden Item ende brochten daer mede eenne
levendighe salvegarde beneffens de schriftelijcke, den
trompetter van synne genaede den heer van Brederode ende hebben
doen vertert metten selven soo inne tgaen ende commen met het
schryfgelt door dien dat het groet water was de somma van 5
gulden
Meestal was een sauvegarde vastgelegd in een
brief.
1629-1630: Noch den selven dach aen meester Albert van een
copij te schryven gegeven die nae graeff Henrick ginck om
sauvegarde te crijgen, daer voor betaelt 5 stuyvers 6 gulden 1
stuyver en 2 oort
1634-1635: Item opten 24en merdt was Jan Handerickx met Joncker
Versteegen geweest tot Dinter om daer te haelen de copie van de
savegaerde om egeen soldaten eeten ofte drincken te derven
gheeven van de selve copie te schrijven gegeven de somme van 6
stuyvers
Maar in 1635-1636 ook op geschilderde
borden of zoiets dergelijks:
1635-1636: Item opten
11en november doen heeft Jan Handerick Vrijnss tot Helmont
gehaelt de geschilderde salvegaerde ende daer voor betaelt te
weeten voor altesamen die somme van 10 gulden en 19 stuyvers
1635-1636: Item alnoch heeft Ansem verdient aen ses
salvegaerde te becleden die somme van 12 stuyvers
Behalve algemene sauvegardes voor het dorp werden er ook
sauvegardes geregeld voor de schansen die men in 1629 aanlegde.
2. De schans op Zijtaart
De dorpsrekening van 1629-1630 geeft de volgende vermeldingen:
Alnoch den 25en meij voor ijserwerck aen de schans opt
Zijtaert gegeven 12 gulden
Item alnoch opten 26 dito
(meij) aen eene souvegarde van de schansche opt Zijtaert gegeven
2 gulden en 10 stuyvers
Alnoch aen meester Albert van
eene sauvegarde te copijeren voor de schansse opt Zijtaert
gegeven 5 stuyvers
Item aen Jan Arien Gerit Goossens goet
gedaen voor dat hij de sauvegarde van de schans opt Zijtaert
hadde gedefedieert in eeten ende drincken ende daer voor 18
stuyvers
In de dorpsrekening van 1627-1637 wordt
de Zijtaartse schans nog genoemd:
Item ten selven
dagen heeft Jan Maerten Donckers gegeven aen twee sauvegarde die
geweest waeren op de Sijterse schansse die somme van 18 gulden 8
stuyvers, met daer bij gereeckent kost, bier ende haver
We weten waar de Zijtaartse schans ongeveer gelegen heeft omdat
daar op de Doornhoek de veldnaam Schans bewaard is gebleven.
De precieze omvang van de Zijtaartse schans is niet helemaal
duidelijk, wel lijkt het er op dat men de Biezenloop (blauwe
lijn op de kaart) in het verdedigingswerk betrokken had.
Er is nog een tweede mogelijke lolatie voor deze schans, Het
schouwverbaal van 1770 vermeldt:
- De Heer M. J.
van Roosmalen langs den beemt aan de Schans de bosse in de
riviere hangen
Van Roosmalen was toen eigenaar van
de hoeve Zijtaart. Het is de enige vernmelding van een schans op
deze plaats. We kunnen de plaats van die schans niet nader
bepalen.
2. De schans bij de kapel op het Havelt
De
dorpsrekeningen geven de volgende vermeldingen van deze schans.
1629-1630: Item aen Jan Delis goet gedaen voor boter ende
gelt by hem aen de cappelle aent Havelt aen ruijters ende
souvegarde verschoten ter somme van 5 gulden en 10 stuyvers
1638-1639: Item opten 15 augusti aende salvegaerde
vande schans aende Haevelse capelle gegeven de somme van 6
gulden 5 stuyvers
Een beschrijving van de
Haveltse kapel uit 1658 schrijft: om deselve leijt eenen
aerde wall, daer uijt blijckt dit de ordinarisse vluchtplaets
heeft geweest. Zie ook het stuk over
de Haveltse kapel.
Hieruit blijkt dat deze schans en
wellicht alle schansen na afloop van de Tachtigjarige oorlog in
onbruik raakten.
3. De schans bij de kapel aan de
Heij
De dorpsrekeningen geven de volgende vermelding:
1629-1630: Item aen Thonis Peter Thielens, Jan Jan Thonis,
Rut Peter Rutten ende Loij Peter Loijen goet gedaen tgeene zij
hebben verschooten aen de sauvegarde aen de capelle aen de Heij,
tsamen 8 gulden
Een beschijving van de Heijse
capel uit 1658 schrijft: dese
cappelle leijt mede een gedeelte wal om, voor dese die van dat
gehuchte gedient tot vluchtplaets, waeromme deselve gerne saegen
dat se mochte blijven staen. Zie ook het stuk over
de Heijse kapel.
4. De schans bij de kapel in Eerde
Omdat de Eerdse kapel
bij de parochie Sint-Oedenrode hoorde ontbreken
in de Veghelse dorpsrekeningen vermeldingen van
uitgaven gemaakt voor de aanleg van een schans bij deze kapel .
Dat ook
deze kapel een vluchtplaats was, blijkt uit de beschrijving van
deze kapel uit
1658: die vant selve gehucht versochten seer dese cappelle te
mogen behouden alsoo in tijt van oorloge die haer vluchtplaetse
was. Zie ook het stuk over
de Eerdse kapel.
5. Het kerhhof ende Hermeij
Uit de dorpsrekeningen:
1629-1630: Item opten 28 julij
heeft Aert Gerits betaelt aen de sauvegarde opten kerckhoff ende
voor het castel tsamen de somme van 13 gulden en 6 stuyvers
1629-1630: Alnoch op dato voirschreven heeft Aert Gerits aen
de sauvegarde opten kerckhoff geschoncken een hespe van ses
ponden, het pont tegen vijff stuyvers, facit 1 gulden en 10
stuyvers
1636-1637: Item alnoch gegeven aen de
twee sauvegarde die geweest waeren opten kerckhoff ende de twee
die geweest waeren opt kasteel wesende te samen vier sauvegaerde
ende aen hen gegeven met een hespe tesamen die somme van 20
gulden 12 stuyvers in presentie van den secretaris
1646-1647: Noch aen eenen
gegeven die in ons dorp sauvegardt heeft gestaen voor de
kerckhof daer de nageburen op gevlucht waren, 2-10-0
Op 26
april 1629 keurde de rekenkamer in Brussel goed dat de
pandheer en de regenten van Veghel bij het kasteel een bocht
in de rivier de Aa afgesneden hadden. Door
het verleggen van de
Aa had men een beemd - die al van de heer was - bij het
kasteelterrein getrokken. Daar was een omheinde hof en boomgaard
van gemaakt, waar de inwoners in tijden van onraad naar
vluchtten. Het verleggen van de Aa is globaal op 1610-1626=5 te
dateren.
In
1720 legden Geerit Jan Goossens te Veghel, 92 of
93 jaar oud, en Jan van Helvoort, gewezen schepen van Veghel.
omtrent 82 jaar oud, leggen op verzoek van de regenten van
Veghel een verklaring af.
· Het
betreft een zekere voorpoting bij de kerk liggende welke van
ouds wordt genoemd de Hermeij, gelegen beide zijden, erve nu van
Mathijs Nieckens, gewezen secretaris van Veghel, aan ene eind
het rooms kerkenhuis en andere einde de straat en land.
· Het
is ook eigendom geweest van de heren en vrouwen van Erp en
Veghel en daarna de graven van Berlo, en van diens erfgenamen
door Mathijs Nieckens aan gekocht.
· Ze
hebben echter nooit gehoord dat deze voorpotinge en pleintje,
genaamd de Hermeij, eerst zou toebehoren aan het kasteel, maar
wel aan de gemeente.
· Dat
het pleintje altijd als gemeente is gehouden om de paarden en
beesten te laten grazen van de omwonende.
· Dat
ook het hek, hangende naast de kerk alleen daarna is aangebracht
zoals ze gehoord hebben.
· Dat
er kennelijk op verzoek van de kasteelbewoners om geen gemeente
weg over het land genaamd de Agterdijck te maken, zo ze gehoord
hadden.
· Van
hun ouders hebben ze enkel gehoord dat het plakske genaamd de
Hermeij van de gemeente is en er nooit iemand heeft verboden er
karren over te laten varen.
· Geerit
Jan Goossens, eerste deponent, weet nog dat hij namens de
gemeente tweemaal mee heeft geholpen om het pleintje te helpen
slechten (egaliseren). Dat was een keer een 80 jaar geleden en
de andere keer 70 jaar geleden.
· De
tweede deponent zegt dat hij van 1671 tot en met 1673 koetsier
is geweest bij de vrouwe van Erp op het kasteel en toen nooit
heeft gehoord dat zij het voorschreven pleintje genaamd de
Hermeij voor zich zelf zou willen behouden.
· In
1672 zijn veel inwoners van Veghel voor de vijand gevlucht en
aldaar rondom een schans gemaakt. Er waren ook die binnen de
grachten van het kasteel vluchtte en die moesten tribuut betalen
aan de kasteelvrouwe, maar die op het pleintje gevlucht waren
betaalde geen duit. Het is daarom dat dit veldje de naam draagt
Hermeij. Dat is de plaats van ‘revugien’ in tijden van oorlog.
Op onderstaande kaart van verhees uit 1791 is de Hermeij
getekend als een omgracht terrein. De naam is afgleid van "Heer."
is leger en "-meij" is vermeiden.
6. Enkele algemene conclusies. de schansen buiten het
centrum van Veghel worden voor het
eerst vermeld in de dorpsrekening van 1629-1630. In de drie
oudere bewaard gebleven dorpsrekeningen, die van 1604-1605,
1613-1614 en 1614-1615 worden ze niet genoemd. Hoewel niet
helemaal uit te sluiten is dat schansen - of een aanzet daartoe
- al eerder tijdens de Tachtigjarige oorlog werden gebouwd,
lijkt het er toch op dat ze pas in 1629 gebouwd werden. Dat
krijgt steun door de uitgave voor ijzerwerk aan de schans in
Zijtaart in mei 1629. Deze schansen lijken te zijn tijdens het beleg van Den Bosch
in mei 1629.
In tijden van oorlog vluchtten
de bevolking van Veghel wellicht al van oudsher naar het kerkhof
en het kasteel. Zoals
gezegd werd in of rond 1610-1625 het kasteelterrein vergroot en
was minstens vanaf rond 1640 maar waarschijnlijk al eerder ook een terrein voor kasteel Frisselstein
ingericht als vluchtplaats.
In 1636 waren al deze schansen nog
in gebruik, maar in de meesten in 1658 niet meer, hoewel toen
nog wel het argument gegeven werd dat men de kapel wilde houden
omdat die ook als vluchtplaats diende. De Hermeij, het
kasteelterrein en
wellicht ook het kerkhof bleven daarna nog wel in gebruik als
schans. De andere schansen zullen na afloop van de Tachtigjarige
oorlog vervallen zijn.
Martien
van Asseldonk
Bronnen:
Dorpsrekeningen Veghel inv. nr.s 119-128;
Nationaal Archief ’s-Gravenhage, Raad van State
1.01.19 periode 1581-1795, inventarisnummers 1727-1818, nr. 24,
verbael van de capellen in de Meijerije van ‘s-Hertogenbosch
juni 1658 inv. nr. 1757;
BHIC toegang 7701, inv. nr. 007, notarissen te Veghel,
notaris G. de Jongh, akte nr. 111 d.d. 18-5-1720 |