Enkele oude uitgiften aan de Aa
1.
Op
Visser perceel nr. 1 rustte een cijns te betalen aan de heer van
Helmond van 4 ½ oude penningen. Dit perceel was in 1190-1314
van de gemeint verkocht. Het cijnsbedrag wijst er op dat het
perceel - omgerekend volgens de gebruikelijke norm - 4 1/2
lopens groot was. Dit komt goed overeen met het oppervlak van
perceel 1. Rond 1720 werd het perceel gesplitst, waarbij de
plicht tot het betalen van de cijns aan deel b verbonden raakte.
2.
In het Cijnsboek van de heer van Helmond uit 1406
komt nog een cijns voor van 3 oude penningen die in 1421 betaald
wordt uit de “Vischers beemt”. Vóór 1406 wordt de cijns betaald
door Johannes Vissers (Piscatoris). Deze beemd is naar
hem genoemd.
Latere cijnsbetalers zijn: Henricus, zoon van
Arnoldus van Boeghe (vermeld in 1406), Maria, zijn weduwe
(vermeld in 1421), Daniel, zoon van Wilhelmus (verwerving in
1421-1447) en Rutgerus van de Eecwinkel (verwerving in 1443).
Tussen 1447-1465 wordt de cijns gesplitst tussen de 3 kinderen
van Wilhelmus van de Eecwinkel: Rutgerus, Wilhelmus en Roverus.
Vermoedelijk is toen het verband tussen deze cijns en het
oorspronkelijke perceel verloren gegaan. In deze reconstructie geen we er van uit dit deze
tweede cijns oorspronkelijk op Visser, perceel 2 rustte.
Uitgiten in de periode
1380-1392
In de periode 1380-1392 werden drie
percelen van de gemeint uitgegeven,
Hg-35:
¼ deel
van een kamp, genaamd Hoge Dorhout, belast met een cijns aan de
domeinen van 3 oude obolen
Hg-36; Vytfang van een deel van de gemeint van
Veghel, namelijk een hofstad en een kamp genaamd Hoge Dorhout,
belast met een cijns aan de domeinen van 5 oude penningen
Hg-37: Vytfang op Hoghe Dorhout, belast met een
cijns aan de domeinen van 3 oude obolen
Omgerekend volgens de norm waren deze percelen
samen 400 roeden, of een bunder groot.
De cijnsbetalers waren:
Hg-35 |
Henricus, zoon
van Johannes van Dorhout |
Koop van de
gemeente in 1380-1392 |
|
Johannes, zoon
van Egidius van der Voort |
Verwerving in
ca. 1391 |
|
Johannes, zoon
van Roefs |
Vermeld in 1418 |
|
|
|
Hg-36 |
Wilhelmus, zoon
van Johannes van Dorhout |
Koop van de
gemeente in 1380-1392 |
|
Elsbena, weduwe
van Wilhelmus van Dorhout |
Vererving in
1392-1418 |
|
|
|
|
Hg-36 wordt in
1392-1418 in twee delen gesplitst |
|
|
|
|
Hg-36.1 |
Johannes, zoon
van Roefs |
Vermeld in 1448 |
|
|
|
Hg-35 + Hg-36.1 |
Daniel, zoon
van Henricus |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Daniel, zoon
van Wilhelmus Aelbrecht |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Arnoldus
Boertman |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Wilhelmus, zoon
van Arnoldus Heymensoen |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Wilhelmus, zoon
van Arnoldus Heymensoen |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Broeder
Gisbertus Toelnic als sterfelijk laat van het klooster
van Kruisbroeders in Den Bosch |
Verwerving in
1450-1499 |
|
|
|
Hg-36.2 |
Elsbena, weduwe
van Wilhelmus, zoon van Johannes van Dorhout, met haar
kinderen |
Vermeld in 1418 |
|
Martinus, zoon
van Martinus Willemsoen |
Verwerving in
1418-1443, vermeld in 1448 |
|
Hilla, weduwe
van Martinus, zoon van Martinus Willemsoen |
Verwerving in
1448-1450 |
|
Arverstus (?),
zoon van Godefridus Crusen (?) |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Petrus, zoon
van Nicholaus Arnoldus |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Wilhelmus, zoon
van Arnoldus Heymenssoon |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Johannes, zoon
van Johannes Willems |
Verwerving in
1450-1499 |
|
Willemke,
weduwe van Johannes, zoon van Johannes Willems, met haar
5 kinderen |
Vererving in
1450-1499 |
|
Broeder
Gisbertus Toelnic als sterfelijk laat van het klooster
van Kruisbroeders in Den Bosch |
Verwerving in
1450-1499 |
|
|
|
Hg-37 |
Johannes,
natuurlijke zoon van Wilhelmus van Daverslaer
|
Koop van de
gemeente in 1380-1392 |
|
Wilhelmus, zoon
van Johannes, natuurlijke zoon van Wilhelmus van
Daverslaer |
Verwerving in
1418-1443 |
|
Arnoldus,
natuurlijke zoon van Godefridus van Erpe |
Verwerving in
1418-1443 |
|
Wilhelmus Boene |
Verwerving in
1418-1443 |
|
Johannes, zoon van Janssoen, zoon van Wilhelmus
|
Verwerving in
1450-1499 |
|
Willemke,
weduwe van Johannes, zoon van Johannes Willems, met haar
5 kinderen |
Vererving in
1450-1499 |
|
Broeder
Gisbertus Toelnic als sterfelijk laat van het klooster
van Kruisbroeders in Den Bosch |
Verwerving in
1450-1499 |
|
|
|
Hm-35 t/m 37 |
Broeder Cornelius de Valle van Goes |
Opgevolgd in
1499-1524 |
|
Broeder
Anthonius van Nieuwenhuyse |
Vermeld in 1629 |
|
Broeder Jan van
Courssel |
Vermeld in 1646 |
|
Broeder Antonius van Nieuwenhuys |
Opgevolgd in
1646-1648 |
|
Heer
rentmeester Tengnagele |
Vanaf 1648,
vermeld in 1715 |
|
Jan Tonis van
Rijbroek en Aert Willem van Eerd |
Koop op
1-12-1740 |
|
Aert Willem van
Eerd |
Deling op
20-12-1740 |
|
Lambert en Jan,
zonen van Johannes van Ven |
Koop op
17-10-1771 |
|
De cijns aan de
domeinen werd op 20-10-1771 afgelost |
|
Deze uitgiften
vormden een deel van de
Kruisbroeders Hoeve en waarschijnlijk grenzend aan de
gemeint. Er zijn verder geen conrete aanwijzingen waar die
percelen precies lagen en in deze reconstructie hebben we
gekozen voor een deel van Visser nr. 16.
De
cijnzen aan Helmond uit de Kruisbroeders Hoeve
1.
Ook in het
cijnsboek van Helmond wordt de Kruisbroeders Hoeve genoemd. Er
werd jaarlijks een cijns betaald van 0-3-2. Dit bedrag is
een samenvoeging van een aantal kleinere bedragen. Percelen
belast met een cijns aan de heer van Helmond werden in de
periode 1190-1314 van de gemene gronden aan particulieren
verkocht.
In de eerste
plaats is er cijns Hm-32 (nieuwe nummering in de 17de en 18de eeuwse
cijnsboeken), die voortkomt uit cijnzen Hm-91, Hm-92 en Hm-93 (oude
nummering in de 15de en 16de eeuwse cijnsboeken). De cijnsbedragen
zijn:
Hm-91: 1
1/2 oude penning en 1 1/2 oude oort
Hm-92: 4 nieuwe
penningen
Hm-93: 3 oude
obolen (ofwel 1 1/2 oude penningen)
De cijnsbetalers:
Hm-91 |
Rutgerus, zoon
van wijlen Rutgerus van Bergelen |
Vermeld vóór
1406 |
|
Wilhelmus, zoon
van Johannes van Eecwinkel |
Vermeld in 1406 |
|
|
|
Hm-92 |
Jucta de Vriese
|
Vermeld vóór
1406 |
|
De weduwe en
kinderen van Gerardus de Vriese (Frisonis) |
Vermeld in
1406 |
|
Wilhelmus, zoon
van Johannes van Eecwinkel |
Verwerving in
1416, vermeld in 1421 |
|
|
|
Hm-93 |
Johannes
Middelers |
Vermeld vóór
1406 |
|
Batha Albertus
Middelers en haar kinderen
|
Vermeld in 1406 |
|
Wilhelmus, zoon
van Johannes van Eecwinkel |
Verwerving in
1419, vermeld in 1421 |
|
|
|
Hm-91 t/m 93 |
Elisabeth,
weduwe van Wilhelmus, zoon van Johannes Eecwinkel met
haar 4 kinderen |
Vererving in
1421-1447 |
|
Elisabeth,
weduwe van Wilhelmus, zoon van Johannes Eecwinkel met
haar 3 kinderen |
Vermeld in 1447 |
|
Wilhelmus,
Roverus en Rutgerus, kinderen van Wilhelmus, zoon van
Johannes Eecwinkel |
Vererving in
1447-1465 |
|
Wilhelmus van
Eecwinkel, de 2 kinderen van Roverus, zoon van Wilhelmus
Johannes van Eecwinkel en Roverus |
Vermeld in 1465 |
|
Petrus Schers (als
opvolger van Rutgerus van Eecwinkel) |
Verwerving in
1465-1498 |
|
Het klooster
van de Kruisbroeders in Den Bosch |
Vermeld in 1507 |
|
Sterfelijk laat:
Heer Johannes, prior
|
Vermeld in 1507 |
|
Broeder Elias
van Oisterwijck |
Na 1507 |
|
Broeder
Wilhelmus Hees |
Na
1507 |
2.
Een andere cijns
aan Helmond is Hm-89 (oude nummering) die zonder splitsingen of
delingen een deel wordt van cijns Hm-33 (nieuwe nummering). Het
cijnsbedrag is 1 oude penning en 3 1/2 oude oort. De
cijnsbetalers waren:
Hm-89 |
Heilwigis van Dorhout |
Vermeld vóór 1406 |
|
Wautgherus, zoon van Wilhelmus Wautgerus van Helmont |
Vermeld in 1406 |
|
Wilhelmus, zoon van Johannes Eecwinkel |
Verwerving in 1406-1421, vermeld in 1421 |
|
De weduwe van Wilhelmus, zoon van Johannes Eecwinkel met
haar kinderen |
Vererving in 1421-1447, vermeld in 1447 |
|
De kinderen van Wilhelmus, zoon van Johannes Eecwinkel
|
Vererving in 1447-1465 |
|
Het klooster van de Kruisbroeders in Den Bosch
|
Vermeld in 1507 |
|
Sterfelijk laat: Heer Johannes, prior
|
Vermeld in 1507 |
|
Elias van Oisterwijck
|
Na 1507 |
3.
De volgende cijnzen aan Helmond bespreken we in samenhang: Hm-87 en Hm-90 (oude
nummering).
De bedragen van
deze twee cijnzen zijn bijna
hetzelfde: 2 1/2 oude penningen en 1 1/2 oude oort en 2 1/2 oude penningen en
2 1/2 oude oort.
Waarschijnlijk werd een cijns van 6 oude penningen opgesplitst. De vermoeden wordt
versterkt omdat het zowel bij Hm-87 als Hm-90 in 1406 gaat om goed van
wijlen Heilwig van
Dorshout. Dat kunnen heel goed twee zussen geweest zijn.
Bovendien troffen we Heilwig hier boven ook al aan bij een cijns
die later ook betaald werd uit de Kruisbroeders Hoeve.
Hm-87 wordt in 1457 in 2 delen gesplitst. Een deel dat werd
rustte in de 17de eeuw op perceel Dorshout 18a etc. In 1470 werd
het andere deel weer opgesplitst. Daarvan rustte een deel in de
zeventiende op een perceel in de Amer. Het andere deel kwam in
handen van Wilhelmus, zoon van Wilhelmus van Eeckwinckel, die
het perceel korte tijd later verkocht aan de Kruisbroeders.
Het is aannemelijk is dat de hele cijns
aanvankelijk op een aaneengesloten perceel rustte. Een deel van
dat perceel kwam kort na de deling van 1470 in handen kwam
van de Kruisbroeders. Het hele oorspronkelijk uitgegeven perceel
(kort voor 1406 in handen van Heilwig van Dorhout) moet daar dus gelegen
hebben.
Een ander deel van het perceel kwam niet in handen van de
Kruisbroeders. Vanwege opsplitsingen en samenvoegingen van goed
ging het verband van dit deel met het oorspronkelijke cijnsgoed verloren.
Later waren deze cijnzen verbonden aan een perceel in de Amer en
Dorshout perceel nr. 18.
Dezelfde
redenering geldt voor cijns Hm-90. Dit perceel werd in 1469 in 2
delen gesplitst. Een deel kwam in handen van
Wilhelmus, zoon
van Wilhelmus van Eeckwinckel, die het perceel korte tijd later
verkocht aan de Kruisbroeders. Ook in dit geval moet het hele
perceel bij de Kruisbroeders Hoeve gelegen hebben.
Het andere deel rustte in de zeventiende eeuw op
perceel Vossenhool, nr. 8. De oudste gegevens uit de
cijnsregisters van de heer van Helmond zijn:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-87 (oud) 1406:
2 ½ oude penningen en 1 ½ oude oort uit het erfgoed van
wijlen Heilwigis van Dorhout
|
Heilwigis van Dorhout
|
Vermeld vóór 1406 |
Elisabeth van Dorhout, weduwe van wijlen Roverus, zoon
van de persoon van Vechel (investitus de Vechel)
|
Vermeld in 1406 en 1421 |
De kinderen van Elisabeth van Dorhout, weduwe van wijlen
Roverus, zoon van de persoon van Vechel (investitus
de Vechel)
|
Vererving in 1421-1447 |
Andreas, zoon van Lucas Frayen
|
Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1447 |
Wilhelmus, zoon van wijlen Wilhelmus van Eeckwinckel
|
Verwering in 1447-1457 |
In 1457 wordt Hm-87 (oud) in twee delen gesplitst.
|
|
Hm-87.1 (oud) (1457):
1 3/8 oude penningen
|
|
Wilhelmus, zoon van wijlen Wilhelmus van Eeckwinckel
|
Vermeld in 1457 |
In 1470 wordt Hm-87.1 (oud) in twee delen gesplitst.
|
|
Hm-87.1.1 (oud) (1470):
7/8 oude penning
|
Hm-33 (nieuw)
Kruisbroeders Hoeve |
Wilhelmus, zoon van wijlen Wilhelmus van Eeckwinckel
|
Vermeld in 1470 |
Het klooster van de Kruisbroeders in Den Bosch, met als
sterfelijk laat:
-
Prior Heer Johannes (vermeld in 1507)
-
Elias van Oisterwijk (ná 1507)
|
Vermeld in 1507
|
Hm-87.1.2 (oud) (1470):
½ oude penning
|
Hm-115 (nieuw)
Amer |
Roverus, zoon van Petrus Scheer (Schersis)
|
Verwerving in 1470
|
Otto, zoon van Johannes Rovers
|
Verwerving in 1470-1498 |
Jutta, weduwe van Otto, zoon van Johannes Rovers
|
Verwerving in 1470-1498, vermeld in 1507 |
Laurentius, zoon van Godefridus Lensen
|
Verwerving ná 1507 |
De weduwe van Laurentius, zoon van Godefridus Lensen,
met haar twee kinderen
|
Vererving ná 1507 |
Hg-87.2 (oud) (1457):
1 ½ oude penningen
|
Hm-185 (nieuw)
Dorshout nr. 18 |
Rutgherus, zoon van Wilhelmus van Eecwinkel
|
Verwerving in 1457, vermeld in 1465 |
Heilwigis, weduwe van Rutgherus, zoon van Wilhelmus van
Eecwinkel, met haar drie kinderen
|
Vererving in 1465-1498 |
Roverus, zoon van Petrus Scheers
|
Verwerving in 1465-1507, vermeld in 1507 |
Martinus en Nicholaus, kinderen van Roverus, zoon van
Petrus Scheers
|
Verwerving ná 1507 |
De weduwe en kinderen van Nicholaus Roverus Petrus
Scheers en Martinus Roverus Petrus Scheers
|
Vererving ná 1507 |
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-90 (oud) (1406):
2 ½ oude penningen en 2 ½ oude oort uit het erfgoed van
wijlen Heilwigis van Dorhout
|
Heilwigis van Dorhout
|
Vermeld vóór 1406 |
Roverus, zoon van Rutgherus van Berghelen
|
Vermeld in 1406 |
De weduwe en kinderen van Wilhelmus, zoon van Johannes
van Dorhout
|
Vererving in 1406-1421, vermeld in 1421 |
Wilhelmus, zoon van Arnoldus Houbrakens en de twee
kinderen van Wilhelmus, zoon van Johannes van Dorhout
|
Verwerving in 1421-1447 |
Petrus, zoon van Petrus Theodoricuss
|
Verwerving in 1447-1465
|
In 1469 wordt de cijns verdeeld.
|
|
Hm-90.1 (oud) (1469):
2 oude penningen en 1 ½ oude oort
|
Hm-167 (nieuw)
Vossenhool nr. 8 |
Petrus, zoon van Petrus Theodoricuss
|
Vermeld in 1469
|
Juta, weduwe van Petrus, zoon van Theodoricuss
|
Vererving in 1469-1507
|
Martinus, zoon van Lambertus van der Moelen, genaamd
Kanghieter van Den Bosch
|
Verwerving in 1469-1507, vermeld in 1507
|
Wilhelmus Roverus van Eeqwinckel
|
Verwerving ná 1507 |
De weduwe van Wilhelmus Roverus van Eeqwinckel met haar
9 kinderen
|
Vererving ná 1507 |
Wilehlmus, oon van Roverus
|
Verwerving ná 1507 |
Henricus, zoon van Wilhelmus
|
Verwerving ná 1507 |
Hm-90.2 (oud) (1469):
½ oude penning
|
Hm-34 (nieuw)
Kruisbroeders Hoeve |
Gertrudis, dochter van Arnoldus (..)
|
Verwerving in 1469
|
Wilhelmus, zoon van Wilhelmus Eecwinckel (1/2) en de
twee kinderen van Roverus, zoon van Wilhelmus van
Eecwinckel (1/2)
|
Verwerving in 1469-1507 |
Het klooster van de Kruisbroeders in Den Bosch, met als
sterfelijk laat:
-
Prior Heer Johannes (vermeld in 1507)
|
Vermeld in 1507
|
4.
We hebben dus
beredeneerd dat de kans groot is dat Hm-87 en Hm-90 t/m Hm-93 (oude
nummering) allemaal (deels) op de Kruisbroeders Hoeve betrekking
hadden. In enkele gevallen ging het hele oorspronkelijk
uitgegeven perceel op in de Kruisbroeders Hoeve. In andere
gevallen ging een deel van het oorspronkelijk uitgegeven perceel
tot de Kruisbroeders Hoeve horen, en een ander belendend deel
niet. Het gaat om de volgende bedragen en - omgerekend volgens
de gebruikelijke norm - oppervlakten.
Oud |
nieuw |
Cijns bedrag |
Oppervlakte dat
bij de latere Kruisbroeders hoeve hoorde (roeden) |
Oppervlakte dat
niet bij de latere Kruisbroeders hoeve hoorde (roeden) |
Hm-87.1.1 |
Hm-33 |
½ oude penning
en 1 ½ oort |
44 |
|
Hm-87.1.2 |
Hm-115 |
½ oude penning |
|
25 |
Hm-87.2 |
Hm-185 |
1 ½ oude
penningen |
|
75 |
Hm-89 |
Hm-33 |
1
oude penning en 3 ½ oort |
94 |
|
Hm-90.1 |
Hm-167 |
2
oude penningen en 1 ½ oort |
|
119
|
Hm-90.2 |
Hm-34 |
½ oude penning |
25 |
|
Hm-91 |
Hm-32 |
1 ½
oude penning en 1 ½ oort |
94 |
|
Hm-92 |
Hm-32 |
4
nieuwe penningen |
133
|
|
Hm-93 |
Hm-32 |
3
oude obolen |
75 |
|
|
|
Totaal oppervlakte in roeden |
465 |
219 |
|
|
Totaal oppervlakte in
lopens |
ca. 9 |
ca. 4 |
Bij de
lokalisering van de oorspronkelijk uitgegeven percelen liet ik me leiden door de volgende
overwegingen:
-
Het ging rond 1406 om nog aaneengesloten percelen ging is een
aanname. Het is niet onwaarschijnlijk dat het inderdaad zo was.
Toch is het goed om er op te wijzen dat in de 17de en 18de
eeuwse verpondingsboeken veel posten voorkomen als "het goed van
Jantje", en dan blijkt het soms om een aantal verspreid gelegen
percelen te gaan. Ook in de verpondingsboeken gaat het in
verreweg de meeste gevallen (meer dan 90 %) wel om aaneengelegen
goed.
- Een andere
redelijke aaname is dat de oorspronkelijk percelen aan de rand
van het toenmalige privebezit lag en aan de gemene gronden
grensde en niet aan alle kanten door privebezit omgeven was,
tenzij er concrete aanwijzingen zijn, dat dat wel zo was.
- Verder is uit
deze reconstructie duidelijk geworden dat de meeste beemden al
voor 1190 verkaveld zijn, maar nog niet allemaal.
- Een laatste
overweging is dat het gebied direct ten zuiden van het perceel
waar de boerderij van de Kruisbroeders op staat volgens onze
reconstructie ook in 1190-1314 van de gemene gronden uitgegeven
is.
- Verder gaan we
er van uit dat vanaf rond 1500 tot in de 18de eeuw de
kruisbroeders Hoeve een constante omvang had. Voor de periode
tot aan de confisquatie door de overheid in 1648 weten we dat
niet zeker.
Voor deze reconstructie nemen we het volgende aan.
Hm-87, Hm-89 en Hm-90 hangen samen. Het gaat om 163 roeden
binnen de kruisbroeders hoeve em 219 roeden aangrenzende
percelen. We plaatsen de oorspronkelijke percelen op Dorshout
percelen 7, 9 en 10.
Hm-91, Hm-92 en
Hm-923 hangen samen. Het gaat om 302 roeden. We plaatsen de
oorspronkelijk uitgegeven percelen op Visser, perceel nr. 18 en
een deel van perceel nr. 16.
5.
Tot slot is er
nog cijns Hm-88 (oude nummering). Het cijnsbedrag is 2 nieuwe schellingen en 8
nieuwe penningen, en het gaat in 1406 om het goed van Wolterus
van Dorhout, mogelijk verwant aan (misschien een broer van)
Elisabeth en Heilwig van Dorhout.
Deze cijns wordt
in 1410 in 3 gelijke delen opgesplitst. Een van die delen wordt
in 1457 weer opgesplitst in 2 gelijke delen.
Een van die delen kwam
in handen van Wilhelmus, zoon van Wilhelmus van Eeckwinckel, die
het perceel korte tijd later verkocht aan de Kruisbroeders. De
andere delen rustten in de zeventiende eeuw op Dorshout nr. 18a
etc., Vossenhool 8, de Vissersbeemd en goed op het Middegaal. De
gegevens uit de cijnsregisters van de heer van Helmond zijn:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-88 (oud) (1406):
2 nieuwe schellingen en 8 nieuwe penningen uit het
erfged van wijlen Wolterus van Dorhout
|
Wolterus van Dorhout
|
Vermeld vóór 1406 |
De twee kinderen van Johannes van Dorhout
|
Vermeld in 1406
|
In 1410 wordt de cijns in drie delen gesplitst.
|
|
Hm-88.1 (oud) (1410):
11 nieuwe penningen
|
|
Elisabeth van Dorhout, weduwe van wijlen Roverus, zoon
van de persoon van Vechel (investitus de Vechel)
|
Vermeld in 1406 en 1421 |
De kinderen van Elisabeth van Dorhout, weduwe van wijlen
Roverus, zoon van de persoon van Vechel (investitus
de Vechel)
|
Vererving in 1421-1447 |
Andreas, zoon van Lucas Frayen
|
Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1447 |
Wilhelmus, zoon van wijlen Wilhelmus van Eeckwinckel
|
Verwering in 1447-1457 |
In 1457 wordt Hm-87 (oud) in twee delen gesplitst.
|
|
Hm-88.1.1 (oud) (1457):
5 ½ nieuwe penningen
|
Hm-33 (nieuw)
Kruisbroeders Hoeve |
Het klooster van de Kruisbroeders in Den Bosch, met als
sterfelijk laat:
-
Prior Heer Johannes (vermeld in 1507)
-
Elias van Oisterwijk (ná 1507)
|
Vermeld in 1507
|
Hm-88.1.2 (oud) (1457):
5 ½ nieuwe penningen
|
Hm-185 (nieuw)
Dorshout nr. 18 |
Rutgherus, zoon van Wilhelmus van Eecwinkel
|
Verwerving in 1457, vermeld in 1465 |
Heilwigis, weduwe van Rutgherus, zoon van Wilhelmus van
Eecwinkel, met haar drie kinderen
|
Vererving in 1465-1498 |
Roverus, zoon van Petrus Scheers
|
Verwerving in 1465-1507, vermeld in 1507 |
Martinus en Nicholaus, kinderen van Roverus, zoon van
Petrus Scheers
|
Verwerving ná 1507 |
De weduwe en kinderen van Nicholaus Roverus Petrus
Scheers en Martinus Roverus Petrus Scheers
|
Vererving ná 1507 |
Hm-88.2 (oud) (1410):
10 2/3 nieuwe penningen
|
Hm-159 (nieuw)
|
Henricus, zoon van Henricus van de Rijt
|
Verwerving in 1410, vermeld in 1421 |
Rutgherus, zoon van Henricus, zoon van Henricus van de
Rijt
|
Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1447 |
Theodoricus, zoon van Theodoricus Georgiuss
|
Verwerving in 1447-1465
|
De vier kinderen van Theodoricus, zoon van Theodoricus
Georgiuss
|
Vererving in 1465-1507, vemeld in 1507 |
Godtscalca, dochter van Theodoricus, zoon van
Theodoricus Georgiuss
|
Verwerving ná 1507
|
Henricus, zoon van Wilhelmus Gerarduss en zijn drie
kinderen
|
Verwerving ná 1507
|
Adrianus Janss
|
Verwerving ná 1507
|
Wendelmodis, dochter van Wilemus Henricuss, weduwe van
Adrianus Janss, met haar 4 kinderen
|
Vererving ná 1507
|
Hm-88.3 (oud) (1410):
10 1/3 nieuwe penningen
|
|
De weduwe van Wilhelmus, zoon van Johannes van Dorhout
met haar kinderen
|
Verwerving in 1410, vermeld in 1421
|
Wilhelmus Houbrakens, zoon van Arnoldus |
Verwerving in 1421-1447, vermeld in1 447 |
Petrus, zoon van Petrus Theodoricuss
|
Verwerving in 1447-1465
|
In 1469 wordt de cijns verdeeld.
|
|
Hm-88.3.1 (oud) (1469):
9 1/3 nieuwe penningen
|
Hm-167 (nieuw)
Vossenhool nr. 8 |
Petrus, zoon van Petrus Theodoricuss
|
Vermeld in 1469
|
Juta, weduwe van Petrus, zoon van Theodoricuss
|
Vererving in 1469-1507
|
Martinus, zoon van Lambertus van der Moelen, genaamd
Kanghieter van Den Bosch
|
Verwerving in 1469-1507, vermeld in 1507
|
Wilhelmus Roverus van Eeqwinckel
|
Verwerving ná 1507 |
De weduwe van Wilhelmus Roverus van Eeqwinckel met haar
9 kinderen
|
Vererving ná 1507 |
Wilehlmus, oon van Roverus
|
Verwerving ná 1507 |
Henricus, zoon van Wilhelmus
|
Verwerving ná 1507 |
Hm-88.3.2 (oud) (1469):
1 nieuwe penning
|
Hm-180 (nieuw)
|
Gertrudis, weduwe van Arnoldus Bathen
|
Verwerving in 1469-1507 |
Roverus, zoon van Petrus Scheers
|
Verwerving in 1465-1507, vermeld in 1507 |
Martinus en Nicholaus, kinderen van Roverus, zoon van
Petrus Scheers
|
Verwerving ná 1507 |
De weduwe en kinderen van Nicholaus Roverus Petrus
Scheers en Martinus Roverus Petrus Scheers
|
Vererving ná 1507 |
Van de meeste van die delen weten we pas in de zeventiende eeuw
aan welk perceel die cijnzen verbonden geraakt waren. Voor het
deel dat verbonden raakte aan de Kruisbroeders Hoeve weten we dat vanaf rond 1470. De kans
dat ook dit hele oorspronkelijk uitgegeven perceel bij de latere Kruisbroeders hoeve lag, is dus groot.
Oud |
nieuw |
Cijns bedrag |
Oppervlakte dat
bij de latere Kruisbroeders hoeve hoorde (roeden) |
Oppervlakte dat
niet bij de latere Kruisbroeders hoeve hoorde (roeden) |
Hm-88.1.1 |
Hm-33 |
5 ½
nieuwe penningen |
183 |
|
Hm-88.1.2 |
Hm-185 |
5 ½
nieuwe penningen |
|
183
|
Hm-88.2 |
Hm-159 |
10
2/3 nieuwe penningen |
|
367
|
Hm-88.3.1 |
Hm-167 |
9
1/3 nieuwe penningen |
|
311
|
Hm-88.3.2 |
Hm-180 |
1
nieuwe penning |
|
33 |
|
|
Totaal oppervlakte in roeden |
183 |
861 |
|
|
Totaal oppervlakte in
lopens |
ca. 3 1/2 |
Ca.
17 1/2 |
Naast de
hierboven genoemde overweging hebben we ons leiden door nog een
andere overweging voor de lokalisering van het oorspronkelijk
uitgegeven perceel. Bij de lokalisering van de helmondcijnzen op
Dorshout, doemt er een patroon op. Tussen de weg over het
Dorshout en de Aa blijkt er een brede strook percelen uitgegeven
te zijn tussen 1190 en 1314. Op basis daarvan plaatsen we deze
cijns op Elshorst, perceel nrs. 16, 17 en 18. Die lokalisering past in dat patroon en voldoet aan alle andere
vooowaarden en overwegingen, zoals dat het goed later deels bij
de Kruisbroeders Hoeve hoorde en deels niet. De enige concessie
die we hier doen is dat de oppervlakten van de percelen die wel
en niet bij
de Kruisbroeders Hoeve hoorden, niet stroken met de
bovenstaande tabel. Dat kan veroorzaakt zijn door enige dynamiek
in het oppervlakte van de Kruisbroeders Hoeve, in de periode
voor 1648, waar in de Veghelse archieven geen gegevens over
gevonden zijn.
6.
Ik denk dat het
in 1190-1314 groter was dan tot dusver geredeneerd. De tienden
in Veghel en ook het Dorshout waren verdeeld in de zogenoemde
Heijmse tienden en de tienden die voor de kerk waren. Op de
tiendkaart van Veghel
zijn de Heijmse tienden blauw gearceerd. Er zijn
aanwijzingen dat de
Heijmse tienden al in dertiende eeuw in handen van de fanilie
Heijm waren.
De tienden uit
nieuw cultuurland van na de verdeling met de familie Heijm waren
weer voor de kerk. Op Dorshout treffen we naast de Aa een strook
Heijmse tienden aan, en naast die Heijmse tienden en de weg de
strook tienden voor de kerk. De strook tienden voor de kerk komt
globaal overeen met de strook die belast is met een cijns aan de
heer van Helmond. Ik denk daarom dat de grens tussen de Heimse
tienden en de persoonstienden tevens de grens van de uitgiften
van voor en na 1190 vormt.
Dat betekent dat
er in de periode 1190-1406 nog enkele cijnzen aan de heer van
Helmond uit het gebied van de Kruisbroedershoeve verdwenen zijn.
7.
In het begin van
de 16de eeuw rustte Hm-90.2 (nieuwe numering) geheel op de
Kruisbroeders Hoeve. In het midden van de zeventiende eeuw
blijkt de cijns half op de Kruisbroeders Hoeve te rusten en half
op Vossenhool nr. 8 enz. Er moet sprake zijn van een of
andere latere regeling want de cijns werd om het jaar door de
Kruisbroeders betaald en om het jaar door de eigenaren van
Vossenhool, nr. 8, wat heel ongebruikelijk was. Mogelijk was er
verwarring ontstaan omdat de andere helft van Hm-90 (dus
Hm-90.1) op Vossenhool 8 rustte.
8.
In 1648 werd de
Kruisbroeders Hoeve geconfisqueerd door de overheid. Die verkocht
het goed op 1-12-1740 aan Jan Thonis van Rijbroek en Aert
Willems van Eert. Toen werd ook de cijns tuusen hen verdeeld.
Het deel dat betaald werd door Aert Willems van Eert rustte in
1805 op Elshorst nr. 10. Het lijkt me nagenoeg uitgesloten dat in de periode dat de cijns betaald aan de heer van Helmond aan de hele
Kruisbroeders Hoeve verbonden was, er een verband is blijven
bestaan met het oorspronkelijk uitgegeven perceel.
|