Naam:
|
Agterste Eeusel |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
veldnaam “Eeussels” kwam in Veghel op verschillende
plaatsen voor.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Eeusel, afgeleid van eeuwen “voeren” is gangbare
Kempische benaming voor weiland meestal van
minderwaardige kwaliteit (M. Top. St. Huibr.Lille,
-133). |
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Eeuwsel wordt verklaard als een droge zomerweide,
veelal in particulier bezit en omheind, een schrale
weide of een weide in de bossen. Dit toponiem komt in
het zuiden van de Baronie geregeld voor, maar in het
oostelijk gedeelte van Brabant is het al even frequent
[redactie].
Te Overpelt was een ‘eusel’ een kunstmatige weide i.c.
ontgonnen heide of woeste grond met buntgrassoorten
begroeid en in gebruik als veeweide, primair voor
schaapskudden. Volgens Lindemans zijn de eeuwsels in de
Belgische Kempen het eerste stadium bij de ontginning
van heide tot cultuurland. Het is niet precies te
achterhalen tot wanneer de eeuwsels als veeweiden hebben
dienst gedaan, maar zeker niet langer dan de 16de
eeuw.
Dat de eeuwsels goede hooilanden waren is
onwaarschijnlijk vanwege de bodemgesteldheid, nl. matig
natte zandgronden. Veel eeuwsels zijn thans als weiland
in gebruik omdat de grond voor hooiland niet vochtig
genoeg is en voor bouwland te nat.
(Lindemans 1946:2; Pijnenburg 1976:1; Buiks 1984
dl.9:32; Mennen 1992:217; Buiks & Leenders 1993
dl.4:383; Molemans 1976:314; Lindemans 1952; Helsen
1978:116.)
|
Ligging:
|
Perceel nr. 53 |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar de ligging. Perceel nr. 50 werd het
Middelste Eeusel genoemd.
|
Naam:
|
Batenacker |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
baetenacker sontvelt [RAV-31 (1594)]
landt batenacker (zontvelt) [GVEI2-283 (1777)]
Baaten acker, zontvelt [RAV109-19v (1783)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Waarschijnlijk afgeleid van de persoonsnaam Bathe
(Beatrix)
|
Ligging:
|
Perceel nr. 10, perceel nr. 9 grenst aan de Batenacker |
Opmerkingen:
|
Vermoedelijk genoemd naar Beatris of Bate, dochter van
Jan Willem Houbraken, eerst getrouwd met Willem Hanricx
Costers, daarna getrouwd met Peter, zoon van wijlen
Thonis Danelss van Kilsdonck, die op 8-5-1564 als
eigenaresse van deze akker genoemd wordt (R27, fol.
677).
|
Naam:
|
Biesvelt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Het
nieulant in biesvelt (zontvelt) [GVE2-278 (1702)]
een
parceel teulland en groese gelegen opt zontvelt, genaamt
't biesvelt, groot ontr. 3 ½ l. [RAV112-264 (1800)]
een
perceel groes en land gelegen als voor (op het ven)
genaamd biesveld [N (1818)]
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Benoeming naar de begroeiing met biezen.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 19 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Boere Beemtje |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Een
groesvelt houtw. en geregtigh. groot ontr. 2 1. gelegen
opt Zontvelt, genaamt Boere Beemtje, een seijde den loop
die Jexsehot en Veghel is seheijdende [RAVl12-262v
(1800)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 36, 37
|
Opmerkingen:
|
Genoemd naar
Cornelis Arien Boermans, die in 1702-1722 als eigenaar
van deze percelen genoemd wordt, of naar zijn zoon
Adriaan, die deze percelen in 1730 toebedeeld kreeg.
|
Naam:
|
Bos |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
½
Landt 't Bosch (zontvelt) [GVE12-282 (1777)]
2
groesveltjens aldaer den hogen dries en 'tbos [GVE12-284
(1778)]
het
bosch, de bossen, bos [N. (1847,1864,1883)]; [V.] A 869
(he: 16.94.00), C 325, 328, 329 (b: 1.08.50; de: 49.50),
332 (bh: 1.00.10), E 655 (bos: 76.70),785 (b en w:
56.10), 1062 (w: 23.40), 1378-1384 (w: 1.16.90),
1381-1385 (b en w: 1.4.60).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Naar
de ligging in een bosgebied (MM.). Toponym dat herinnert
aan de oorspronkelijke
bosbouw (Hs-).
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 33-35 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Bundersteeg |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Armeneussel aan bundersteeg en busselhecken [GVIIE13
(1792)]
buenderse steeg, heyde [GVIIE13 (1792)]
de
bundersteeg [kad. (1832); V.]; B 2 (w: 40.90), E 700
(he: 22.41.00).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Liggende onder Zijtaart in het voormalige heidegebied
het Reibroek en op de grens van de gebieden het heibosch
en de Heibunders, in het verlengde van het vroegere
Venssteegje.
|
Ligging:
|
Aangegeven op
de
kadasterkaart van 1832 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Doornbos |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
doornbosch, sontvelt, naast groote wheyhoeff [Hs-
(1564)]
de
doornbosch, sontvelt naast groote wheijhoeff [Hs-
(1616)]
het
lant in den doorenbos (Zondvelt) [GVE2-278 (1702)]
een
parceel teullant op Zontvelt den Doombos [GVEI2-285
(1777)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op Zondveld/Jekschot. Allerlei bomen
en struiken konden als
grensaanduiding en perceelsafsluiting dienen, maar zeker
is er geen geschikter dan de
doornstruik (hagedoorn) die dan ook op grote schaal als
zodanig gebruikt werd (M.
Schöfeld, Veldnamen in Nederland 1980 -139); Misschien
is hier sprake geweest van een
perceel voorheen bos, omgeven met doornhagen, of van een
dergelijk perceel nabij een
bos.
Het eerste lid kan wellicht ook verwijzen naar de
eigenaar (van Doorn).
|
Ligging:
|
Perceel nr. 54 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Dries |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Deze
naam kwam in Veghel op verschillende plaatsen voor. |
Verklaring door Cornelissen:
|
Kil.
driesch – ager pascuus.
Lindemans wijst op het vernad met het telwoord drie. De
betekenis zou dan zijn “toestand van den akker in het
derde jaar van den wisselbouw”. Uit de omstandigheid
“braakland” ontstond dan een tweede betekenis: “leeg,
onbebouwd land” en ook “weiland” .
M.
Gysseling sluit zich aan bij Mansion’s opvatting (O.G.N.
106) die triusk- afleidt van threusk. In
Vla. evolueert -eu als volgt: -eu- wordt -eo- wordt -io-
wordt -ie- in tegenstelling tot Holland-Utrecht-Limburg,
waar althans voor Umlautsfactor uit eu ü ontstaat. Als
men in thriusk die -u- als een vocaliseringsproduct
beschouwt van de -w- en -sk- als een residu-suffix van
het suffix -isk, dan verkrijgt men een etymologie die
blijkbaar de oudste betekenis van dries goed dekt. De
betekenis is dan “braakliggend land” en “dorpsplein”.
Zie Valkenswaard -188.
|
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
De
algemene betekenis is weiland bij de boerderij, vaak wat
hoger gelegen, waarvan het gras en het zgn. drieshooi
van betere kwaliteit is dan het bekende beemdhooi.
Tegelijkertijd wordt gedacht aan een stuk grond met gras
en onkruid, vaak te slecht om te bewerken en begroeid
met struikgewas. Soms ook een verloren hoekje op het
kruispunt van wegen, strookjes onbebouwde grond aan
veldwegen gelegen.
Het
minutieuze onderzoek van Claes in de omgeving van Diest
toonde dat t.a.v. de percelen met een driesnaam 43 maal
akkerland van toepassing was, 12 maal bos, 7 maal beemd,
3 maal weide, 2 maal eeuwsel, 1 maal ‘schom’ =
onvruchtbare heidegrond, 2 maal een bij een huis gelegen
boomgaard, 1 maal vroente of gemeynt en 1 maal
heidegrond. Dat verklaart hoe divers de betekenis van
dit element kan zijn.
Volgens sommige auteurs zou in Vlaanderen, Brabant en
Zuid Limburg dries staan voor een driehoekig dorpsplein,
een betekenis welke reeds in de 12de
eeuw zou zijn opgekomen.
(De Bont 1969 dl.3:15; Gijsseling 1954; Molemans
1976:288; Claes 1984:52; de Vos 1952:53; Lindemans
1951:15; Gijsseling 1952:49; Lindemans 1952:89.)
|
Ligging:
|
Perceel nr. 31 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Driesveltje |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 27-29 |
Opmerkingen:
|
Heette ook Schaapsdries |
Naam:
|
Groot Beemtje |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Cornelissen signaleert deze veldnaam alleen in de Heijde
(Mariaheide).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Benoeming naar de oppervlakte.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 39 |
Opmerkingen:
|
Het Groot Beemtje en Cleijn Beemtje grensden aan elkaar. |
Naam:
|
Groote Paal |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
groote pael, sontvelt [Hs- (1594)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart.
Benoeming naar de oppervlakte. |
Ligging:
|
Perceel nr. 44 |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar een grenspaal die daar in de buurt stond.
De perelen Groote Paal en Cleijne Paal lagen naast
elkaar.
|
Naam:
|
Heybeemtje |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nr. 40 |
Opmerkingen:
|
Beemt (deeld) begroeid met heide.
|
Naam:
|
Heyhorst |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
horst [N (1848)], A 62-64, 69 (b en w: 58.46).
Beemd strekkende van erf die cromhorst tot 't erf die
monichoeve [BPI212-21 (1442)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Ligging in het gebied de Kampen bij het Ven. Mndl.
horst, hurst, kreupelhout (M.Top.
Bocholt, -132). |
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Horst, een afleiding van * hursti, is een beboste of met
struikgewas begroeide opduiking in een moerassig
terrein. Volgens Marley bevindt zich een concentratie
van horst-namen in Westfalen. Vanuit dat gebied zou het
element zich verbreid hebben over NO Duitsland,
Nederland en Engeland. Hij definieert het als
‘verhevenheid met secundaire begroeiing na oorbaarmaking
door vuur’. Het germ. * hursti zou nl. ook brand of
gloed betekenen. Een zeer vroege vermelding is die van
Bochursti op de Veluwe (806), maar volgens Blok staat
deze naam op zichzelf en begint de ‘grote stroom
horst-namen’ pas later.
Gijsseling 1981; Marley 1972:26; Helsen 1978:48.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 51, 52 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Heyvelt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 47, 49 |
Opmerkingen:
|
Peerceel (deels) begroeid met heide.
|
Naam:
|
Hoefken, Heufken |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
twee corte stueken 't hueffken genaemt [GVE15-16 (1624)]
het
lant en groes int hoefken (Zontvelt) [GVE2-278 (1702)]
landt het huefke (straet zuydzeyde) [GVE12-346 (1777)]
het
heufke [N (1838, 1861)]; B 640, 641 (b: 46.70), D 115
(St.Oedenrode) (b: 27.80).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Verspreide ligging. Diminutief van hoef (hoeve).
|
Ligging:
|
Perceel nr. 6 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Hogen Dries |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Twee
groesveltjes aldaer (Zontvelt) den hogen dries en't bos
[GVE12-284 (1777)]
de
hooge dries -heyde [GVIIE13 (1792)]
zich
uytstreckende tot den hogen dries (op den Erpsenweg)
[GVIIB26 (1803)]
de
hoge dries [V.-]. F 931 (w: 62.40).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Verspreide ligging. benoeming naar de hoge ligging.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 32 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Hopvelt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
't
Hopveldeken in den d'avell [GVEI5-58 (1624)]
hopvelt op de cuylen [GO- (1754)]
margriete streep en hopveltje in de Donkerstraet (Creytenborgh)
[GVEll-315 (1777)]
't
hopveldeke [GVEI2-41 (1778)]
het
hopveld, het hopveldje [N (1847, 1856, 1861, 1883),
V.-]; A 1062 (b: 31.90), E 810 (w: 22.20), F 260 (b:
36.00), 261, 262 (b: 71.90).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Verspreide ligging. Benoeming naar de teelt van hop.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 12 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Jecscot |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Et a
doernken usque jexschot et de jexschot pro ut limites
[GVI1 (1310)];
de
groote weghoeve by jecschot [Hs- (1564)];
een
hoeve in jecschot [GSO-262 (1617)];
de
heerlykheyt jeckschot [Mrv92-73 (1768)];
jekschot [kad. (1832)]; E 1422-1456;
heerlijkheid jekschot, bestaande is zes bouwhoeven,
weiland, mast en schaarhoutbossen, bosgrond en heide [N
(1893)]; E 1408-1416 (b: 7.90.40; w: 12.20; hu: 07.00;
bakhu: 00.32; tu: 03.36), 1417-1420, 1422-1439,
1441-1456 (b: 48.70; hu: 11.70; tu: 08.80); jeksend (jekschot)
[V.-]; E 1422-1439, 1441-1456.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Gebied liggende ten zuiden van het Zondveld onder
Zijtaart, in vroeger tijden de Heerlijkheid Jekschot.
Het eerste lid is mogelijk ontstaan uit laak, lacob (M.Top.Overpelt,
-182, de laak). Het tweede lid: scho(o)t, beboste hoek
zandgrond, uitspringend in een moerassig terrein (M.Top.
Valk. -110). lekschot behoort tot de hoogst gelegen
gebieden van Veghel en ligt niet ver van lage terreinen
als het Laars op het aangrenzende grondgebied van
St.Oedenrode.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 39, 40, 44-54 |
Opmerkingen:
|
Het eerste lid Jek- is mogelijk een vorm van Eik.
|
Naam:
|
Cleijn Beemtje |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Cornelissen signaleert deze veldnaam alleen op het Ham
en op Zijtaart langs de Aa.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Benoeming naar de oppervlakte.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 38 |
Opmerkingen:
|
Het Groot Beemtje en Cleijn Beemtje grensden aan elkaar. |
Naam:
|
Kleyne Paal |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Lant
op zontvelt den cleyne pael [GVEI2-280 (1777)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op het Zondveld. Benoeming naar de
oppervlakte.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 42 |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar een grenspaal die daar in de buurt stond.
De perelen Groote Paal en Cleijne Paal lagen naast
elkaar.
|
Naam:
|
Koeweyde |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Cornelissen signaleert deze veldnaam alleen aan de
Abenhoef in Eerde. |
Verklaring door Cornelissen:
|
Benoeming naar het gebruik als veeweide.
|
Ligging:
|
Deel van perceel nr. 50 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Loop van Jeckschot |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Een
parceel groese en heijde gelegen in Veghel opt Zontvelt
aen de Jekschotsen loop
[RAV112-263v (1800)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Waterloop die begint aan de noordgrens van het gebied
Jekschot; vervolgens over een vrij grote afstand in
noord-westelijke de grens vormt tussen Veghel en
St.Oedenrode en tenslotten ter hoogte van het gebied de
Voort overgaat in de Biezenloop. Benoeming naar de
ligging.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 36 en 37 grensden aan de Loop van Jeckschot |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Middelste Eeusel |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
veldnaam “Eeussels” kwam in Veghel op verschillende
plaatsen voor.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Eeusel, afgeleid van eeuwen “voeren” is gangbare
Kempische benaming voor weiland meestal van
minderwaardige kwaliteit (M. Top. St. Huibr.Lille,
-133). |
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Eeuwsel wordt verklaard als een droge zomerweide,
veelal in particulier bezit en omheind, een schrale
weide of een weide in de bossen. Dit toponiem komt in
het zuiden van de Baronie geregeld voor, maar in het
oostelijk gedeelte van Brabant is het al even frequent
[redactie].
Te Overpelt was een ‘eusel’ een kunstmatige weide i.c.
ontgonnen heide of woeste grond met buntgrassoorten
begroeid en in gebruik als veeweide, primair voor
schaapskudden. Volgens Lindemans zijn de eeuwsels in de
Belgische Kempen het eerste stadium bij de ontginning
van heide tot cultuurland. Het is niet precies te
achterhalen tot wanneer de eeuwsels als veeweiden hebben
dienst gedaan, maar zeker niet langer dan de 16de
eeuw.
Dat de eeuwsels goede hooilanden waren is
onwaarschijnlijk vanwege de bodemgesteldheid, nl. matig
natte zandgronden. Veel eeuwsels zijn thans als weiland
in gebruik omdat de grond voor hooiland niet vochtig
genoeg is en voor bouwland te nat.
(Lindemans 1946:2; Pijnenburg 1976:1; Buiks 1984
dl.9:32; Mennen 1992:217; Buiks & Leenders 1993
dl.4:383; Molemans 1976:314; Lindemans 1952; Helsen
1978:116.)
|
Ligging:
|
Deel van perceel nr. 50 |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar de ligging. perceel nr. 53 wer de Agterste
Eeusel genoemd. |
Naam:
|
Nelenacker |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
1,5
Loop. landt op middegael alhier genaemt neelen acker
[GVE12-7v (1778)]
teul,
groes, heylant en halve schaapsdries op zontvelt
neelenacker [GVE12-281v (1778)]
een
parceel teulland en groese, opt zondvelt, groot ontr. 5
1. genaamt Neelen acker [RAV112-263 (1800)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op het Middegaal en het Zondveld. Het
eerste lid kan een persoonsnaam zijn of een genitief van
de vrouwsnaam Neel, Nel, Comelia.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 24 en 30. perceel nrs. 24, 26, 27 en 30
werden Nelenacker genoemd, maar 26 en 27 waren weiland
en geen akkerland. Perceel nr. 24 heette ook Streepke
langs de Nelen Acker, en 30: Nieulant bij Neelenacker.
|
Opmerkingen:
|
Mogelijk genoemd naar Coenlis Boermans die in 1702-1713
deze percelen bezat.
|
Naam:
|
Nieulant bij Neelenacker |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Land
dat nuweland op sontvelt [Hs- (1519-1538)]
d'nieuwt lant int eussel [GVEI5-6 (1624)]
't
nieu lant in de haag (havelt) [GVE2-149 (1702)]
landt op middegael 't nieuwlandt [GVEI2-21 (1778)]
het
nieuwland [N (1837, 1847, 1848, 1861, 1862, 1874)]; A
354 (b: 69.90), 939 (b en w: 78.30), D 836 (b: 44.00), E
1375 (b: 48.00), 1376, 1377 (b en w: 1.10 .40), F 288
(b: 67.60); het neiland in de Grootdonk [N (1886)]; F
287 (b: 43.20)
't
nieuw land [V.-]; E 1283 (w: 21.60).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Verspreide ligging. Benoeming naar het (recente)
tijdstip van ontginning / ingebruikname. |
Ligging:
|
Perceel nr. 30 |
Opmerkingen:
|
Het ‘Nieulant” zal hier wijzen op recente ontginning van
een al veel eerder uitgegeven bod of heiveld.
|
Naam:
|
Paal |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Beker den pael op sontvelt in die heerlieheyt van
jecschot [Hs- (1519-1538)]
de
paal (pael) tussen 2 bruggen [RAVI59-165v (1753)]
de
paal [N (1834, 1862), V.-]; E 1190 (w: 75.70), 1284 (w:
12.30), 1394 (b: 31.90), 1396 (b: 90.30); de paal [N
(1893)]
de
paol [V.-]; F 893 (b: 21.30).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Verscheidene percelen, liggende op het Zondveld onder
Zijtaart, tevens een perceel op de Kuilen onder Eerde.
Benoeming naar een grenspaal waarvan de naam op het
perceel is overgegaan (M. Top. Overpelt, -283)
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 38-44 |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar een grenspaal die daar in de buurt stond. |
Naam:
|
Schaapsdries |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Een
driesveltje schaapsdries (sontvelt) [GVE12-279 (1777)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart.
Benoeming naar de schapenteelt; men zal hier schapen
hebben laten grazen.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. |
Opmerkingen:
|
Heette ook Driesveltje |
Naam:
|
Schutskoeij |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Aan
de barriëre paaIen tussen den schutskooy [GVIIB26
(1798)]
de
schutskooi [V.-]; E 1243 (b: 1.17.20).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Ligging op het Zondveld onder Zijtaart, tevens op andere
plaatsen. Benoeming naar de ligging bij een schutskooi,
de bergplaats voor geschut vee (W.N.T. -1242).
|
Ligging:
|
Perceel nr. 11 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
opt Sontvelt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
SoffeIt, sontvelt [Mv-1954 (1300)]; zontevelt [GVIE2
(1361)]; sontfelt [Hs- (1380-1385)];
huis,
plaats, hof en erf gelegen in Veghel ter plaatse genaemt
op zontvelt, tussen het erf
van
Theodoricus van zontvelt [GZG-603 (1424)];
zontvelt [GVE2-39 (± 1500)];
op
sondtveldt [HHI47-30 (1621-1691)];
de
hopstreep op zontveldeke [RAV160-26v (1762)];
't
zontveltje [GVEI2-40 (1778)];
het
zondveld [kad. (1832)]; E 1078-1364, 1366-1421;
het
zontveld [N (1852)]; E 46, 214-216, 252, 267-269, 851,
1053-1074, 1395, F 593, 594,609-612, 1190 (bouwhoeve
etc.: 17.40.87).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Oude
buurtschap liggende onder Zijtaart. "Zond" afgeleid van
"sonder, zuid" (zie zonderlaak) ? Van "sonde" mnl. vorm
van "zon"? (Verwijs en Verdam, -1539); een verband met
de plaats Son is misschien ver gezocht, hoewel niet ver
westelijk van het Zondveld van ouds een weg liep van
Veghel naar Son; ook de spellingvariant Soensvel zou een
indicatie in deze richting kunnen vormen. Afgeleid van
de persoonsnaam v. Son?
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 1-14, 16-47, 49-54 |
Opmerkingen:
|
De naam Zondveld is nog niet verklaard. Er zijn
jongere afwijkende vormen van de naam die we niet voor
een verklaring van de naam mogen gebruiken, omdat ze
slechts enkele keren genoemd worden en van recente datum
zijn. Zo is Sonsvelt een verbastering, net als de
Sonse bunders een verbastering is van
Sontveltse buenderen. Een andere verbastering is
Zompvelt. De oudste vorm Sontvelt (1311),
wijkt nauwelijks af van het tegenwoordige Zondveld, in
de volksmond verkort tot Soffelt. Zondveld
is geen verbastering van Zandveld, wat dat zou in
de volksmond Zaandveld worden en vervolgens
Zoavelt, net zoals Haanvelt nu Hoavelt
heet. Een andere verklaring in de literatuur is
afge-zond-erd veld, maar hoe dat woord naar
Zondveld zou kunnen evolueren wordt niet toegelicht.
|
Naam:
|
Het Zondtveltje |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
de
hopstreep op zontveldeke [RAV160-26v (1762)]
't
zontveltje [GVEI2-40 (1778)];
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Een
perceeltje van onbekende ligging
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 13, 14 |
Opmerkingen:
|
Mogelijk genoemd naar de buurtschap Zondveld.
|
Naam:
|
Spurriestuk |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Het
spurriestuk, sontvelt [GVIIE23 (1792)]
spurrie stuk [N (1859)]; E 1239-1240 (b en w: 97.70).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart.
Benoeming naar de teelt: "spurrie" 1) naam van de
planten van het geslacht spergula L. uit de familie der
Caryophylleae (W.N.T. -3106); dit gewas diende vroeger
als wintervoer voor het vee.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 15 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Streep |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Cornelissen signaleert dit toponiem op verschillende
plaatsen in Veghel.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Benoeming naar de vorm. Langwerpige percelen.
|
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Een ‘streep’ is de gangbare benaming voor een
langgerekte smalle akker of strook land. Het betreft een
vormaanduiding. Meestal liggen percelen met deze naam in
de dorpsakkers. In het oosten van Brabant bestond een
deel van de oude dorpsakkers uit smalle percelen, door
Kakebeeke aangeduid als ‘langrepelakkers’. Het element
‘streep / strijp’ zou ook voorkomen in laat ontgonnen
beemden- en moerasgebieden. Turfvelden waren altijd in
kleinere stroken verdeeld. In beemdgebieden was een
groot aantal waterafvoerende sloten noodzakelijk,
vandaar dat daar vaak smalle percelen voorkomen. (Buiks
1990:193; Molemans 1976:1518; Moerman 1956:223;
Kakebeeke 1975:36; v.Berkel & Samplonius 1989:174.)
|
Ligging:
|
Deel van perceel nr. 5
|
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Vlashof |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Ortum de. die vlashoff in prochia predicta [GVIE2
(1404)]
lant
den vlashoff op sontfelt [Hs- (1519-1538)]
de
vlashoff [RAV159-165v (1753)]
een
parceel teulland en canten gelegen opt zontvelt, genaamt
de vlashof, groot 11/2 loop [RAV112-264 (1800)]
de
vlashof op het zontveld [N (1847)]; E 1269 (b: 49.00).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Ligging op het Zondveld onder Zijtaart. namen met vlas
wijzen op de vroegere vlaswinning
(tot
in de 19e eeuw) (Top. van Valk. -254).
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 20-23 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Vorste Acker |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nr. 5 |
Opmerkingen:
|
Benoeming naar de ligging vooraan.
|
Naam:
|
Weijerke |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Het
weyerken (weyervelt) in sontvelt [Hs- (1534)]
landt 't weyerke (zontvelt) [GVE12-287 (1777)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart.
"Wijer, weier, visvijver" (M. Top. Valk. -265). Ter
plaatse zal een kleine vijver aanwezig geweest zijn; na
drooggelegd te zijn kan een wijer hooiland benoemen (M.
Top. Overpelt, -371).
|
Ligging:
|
Perceel nr. 17 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Weijerbeemt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
weyerbeemt sontvelt [GVIIE13 (1560)]
weyerbeemt op sontvelt [GVEI2-287v (1777)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op het Zondveld. Benoeming naar de
ligging bij een weier, vijver. Het weierke op het
Zondveld ? |
Ligging:
|
Perceel nr. 45 |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar het Weijerke. |
Naam:
|
Weijerlant |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Een
perceel bouwland genaamd het weijerland [N (1859)]; E
1222 (b: 54.00).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar
de ligging bij een weier, vijver. |
Ligging:
|
Perceel nr. 46 |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar het Weijerke. |
Naam:
|
Weijvelt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nr. 47 |
Opmerkingen:
|
Weide.
|
|